In
artikel 13 van de regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten
Flora en Faunawet staat de uitzondering dat vogels genoemd in bijlage X bij de
uitvoeringsverordening niet hoeven worden voorzien van een pootring.
2 van de bijlage
X soorten (Kapoetsensijs (Carduelis cucullata) en Kapparkiet (Hoodedparkiet)
(Psephotus dissimilus) zijn onlangs wel opgenomen in de bijlage bij de
Ringenregeling.
Dit
heeft voor verwarring gezorgd. Immers de vogels die in de bijlage bij de
ringenregeling zijn opgenomen moeten wettelijk wel zijn voorzien van een
gesloten voetring voor beschermde vogels.
In
de nieuwsbrief van oktober 2009 laat CITES weten dat de nieuwsbrief van januari
2009 is gerectificeerd.
Het
is dus nog steeds niet vereist om de vogels op bijlage X te voorzien van een
naadloos gesloten pootring. (Dit is Nationale wetgeving, en het kan zo zijn dat
in andere landen deze wel moeten zijn voorzien van een naadloos gesloten
pootring. Aangeraden wordt dus om deze vogels wel te ringen en daarbij de maat
aan te houden zoals die in de bijlage bij de ringenregeling is opgenomen (2.5 mm).
Wat betreft het
advies om bijlage X vogels toch te ringen het volgende (het antwoord is
afgestemd met Dienst Regelingen); Een bijlage X vogels hoeft zolang ze in Nederland
blijven niet te worden voorzien van een pootring (regeling
vrijstelling art 13 lid 1). Mocht de vogel uitgevoerd worden naar een land
buiten de EU dan is een uitvoervergunning nodig. Het CITES bureau kan deze alleen afgegeven als de
vogel is voorzien van een kenmerk welke voldoet aan de vereisten in artikel 66
van de uitvoeringsverordening. Artikel 66 lid 8
van de uitvoeringsverordening geeft de omschrijving van een naadloze pootring. Dit
is: 'In gevangenschap geboren en gefokte vogels alsook
andere in een gecontroleerd milieu geboren vogels worden gemerkt met behulp van
een individueel gemerkte naadloze,
gesloten pootring. Als naadloze, gesloten pootring geldt een
ononderbroken ring of manchet, zonder enige naad of las, waarmee op geen enkele
wijze is geknoeid en waarvan het formaat zodanig is dat hij, nadat hij in de
eerste levensdagen van de vogel is aangebracht, niet meer kan worden verwijderd
wanneer de poot van de vogel zijn definitieve omvang heeft bereikt, en die
commercieel voor dat doel is vervaardigd.' Wanneer een ring aan deze omschrijving voldoet (individueel gemerkt, naadloos gesloten,
commercieel voor dit doel vervaardigd) hoeft dit niet een ring te zijn
afgegeven door een erkende bond. Het advies (van
het CITES bureau, Dienst Regelingen) is om de vogel wel te ringen met een ring
afgegeven door een erkende bond, omdat deze ring aan alle eisen van art 66 lid
8 uitvoeringsverordening voldoet.
Dit is een advies en geen verplichting. Het is nog niet duidelijk of de bijlage bij regeling
pootringen per 1 januari 2010 alle bijlage X vogels bevat (ipv 2), of dat de 2
die nu op de bijlage staan eraf gaan. Zodra dit bekend is laten we dit weten. Voor
de juiste tekst zie hieronder de gerectificeerde nieuwsbrief. |