KWEEK MET DE IJSVOGEL (Alcedo atthis) door Jeu Smeets
De ijsvogel: een vliegend juweel van ± 16,5 cm lengte. Met zijn korte gedrongen vorm, korte staart, dolkvormige snavel en zijn metallic glanzende blauwgroene bovendek, is hij een opvallende verschijning. De witachtige keel en halsvlek, evenals zijn warme kastanjebruine kleur aan de onderzijde, geven hem vooral in het zonlicht een extra dimensie.
Om ijsvogels te kweken komen weer heel andere problemen om de hoek kijken. Bijvoorbeeld een extra zandwand achter een dam waar openingen in vrijgelaten zijn, zodat de ijsvogel zelf een holte kan graven om een kraamkamer in te richten. Het wordt een gang van een ½ - 1 mtr. lengte, met aan het einde een ronde holte met een doorsnede van ongeveer 10-15 cm. en een hoogte van ongeveer 10 cm. Er wordt verder geen nestmateriaal gebruikt, al lijken de braakballen van schubben en graten hiervoor wel dienst te doen. De (meestal) 6-7 kogelronde, bijna porseleinachtige, witte eieren worden in ongeveer 14 dagen uitgebroed, terwijl het vrouwtje vaak door haar partner op het nest wordt gevoerd.
De natuurlijke biotoop van de ijsvogel wordt in de volière van kwekers Ton en Annie Bouten uit Grubbenvorst bijna tot in de perfectie benaderd. Kleine visjes tot max. 9 cm. worden levend en dood aangeboden. De dode exemplaren zitten in een speciaal beschermde bak om de consumptie door andere liefhebbers in de vlucht te beletten. De levende exemplaren zwemmen in de vijver rond teneinde het natuurlijke instinct van de ijsvogel zoveel mogelijk te activeren. Zo kunnen ze immers hun eigen voedsel verschalken. Het is een prachtig gezicht om deze vogeltjes, gezeten op een tak boven het water, als een bliksemschicht te zien duiken en met een visje weer naar boven te zien komen. Het visje wordt dan met een paar ferme meppen op de tak weerloos en voor consumptie gereedgemaakt.
De feiten op een rij
Op 28 maart 2008 beginnen de vogels in de aarden wal een gat te graven. Het eieren leggen kan niet waargenomen worden, maar het broeden begint op 14 april, wat aan het vogelgedrag te zien is. Op ± 30 april komen nog in het diepste geheim de jongen uit. De oudervogels zijn continue in de weer om hun kroost van voedsel te voorzien en menig klein meervalletje moet hiervoor zijn leven laten.
Op 7 mei wordt besloten om de jonge vogels te ringen. De hele operatie kan nu gestart worden. Eerst wordt uitgemeten waar het nest zich ongeveer moet bevinden en daarna volgt een voorzichtig graafwerk aan de andere kant van de zandbult om bij het nest te kunnen komen.
De spanning stijgt natuurlijk ten top bij de familie Bouten. Wat zullen zij aantreffen? Hoeveel jonge vogels zullen er zijn? Als het nest eenmaal bereikt is en geopend wordt, blijken er zeven eieren in gelegen te hebben, waaruit zes gezonde jongen zijn geboren. De jongen worden geringd met een ringmaat van 3,5 mm. en de nestholte wordt weer voorzichtig gesloten. De jonge vogels hebben de hele operatie goed doorstaan en op 24 mei vliegen ze allemaal uit. De jonge juweeltjes worden daarna nog een dag of acht door de ouders gevoerd met levende en diepgevroren kleine visjes en meelwormen. In de vijver is ook een behoorlijke portie kikkerdril afgezet en de eerste kleine kikkertjes komen nu aan land en ook hier is de ijsvogel niet vies van. Maar ook een grotere kikker is bij hem niet zeker van zijn leven (zie foto).
Na acht dagen moeten de jonge vogels wel zelfstandig zijn omdat de ouders dan met de voorbereidingen beginnen voor nieuwe nakomelingen. De geschiedenis herhaalt zich en onder gunstige omstandigheden kan zelfs nog een derde nest volgen.
Familie: Alcedinidae / Engels: Kingfisher / Duits: Eisvogel
|