Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker

Kweekverslag

Terug naar overzicht
      

MIJN  EERSTE  KWEEK  MET  DE  WITGESTERDE  BLAUWBORST

           door Teus Hartog

In het najaar van 2007 kon ik bij toeval een koppel blauwborsten kopen. Bij thuiskomst heb ik ze, samen met twee koppels baardmannen en één koppel gekraagde roodstaarten, in een volière van ongeveer 7 m² gezet. De volière is goed begroeid met klimop en diverse andere planten en er is een klein vijvertje in met wat goudvissen. Dit water is tevens drinkwater. Verder zijn er in de schuur twee voerplaatsen waar ik in de wintermaanden Orlux universeelvoer, vermengd met insectenpâté, voer plus elke dag een bakje buffalowormen.  

Zo rond december heb ik de blauwborst pop en de gekraagde roodstaart pop  apart gezet in ruime kooien in de schuur. Dit omdat er af en toe wel wat onenigheid was bij de voerbak. De vogels kwamen goed de winter door en de man ging zo omstreeks maart steeds harder fluiten. Dat deed hij vooral in het nachthok waar hij de pop ook kon zien. Ik heb de pop op 13 maart 2008 bij de man gezet in een ruimte van ongeveer 4 m². Er zaten geen andere vogels bij. Aanvankelijk werd er wel wat gejaagd, maar het nam geen extreme vormen aan. Rond half april zag ik de man regelmatig baltsen, een indrukwekkend gezicht. Dit gebeurt altijd op de grond; de man gaat recht tegenover de pop zitten en zingt uit volle borst.

Op 4 mei gaat de pop op zoek naar een broedplaats: in mijn ogen het meest ongelukkige plekje wat er is, namelijk net naast het deurtje op de kopse kant van een boomstam die daar als versiering staat. Ik heb toen de boomstronk er onderuit getrokken. Vervolgens zocht de pop een andere boomstam in de volière op en ook nu weer koos ze voor de kopse kant. Ik ben toen riet gaan snijden en heb dat om de boomstam heen gebonden. Vervolgens een touwnestje op de kopse kant tussen het riet geplaatst.

Nest

De pop ging meteen op onderzoek uit en kroop al snel in het touwnestje tussen de rietpluimen. Op 8 mei begon de pop met nestbouw terwijl de man luid zingend toekeek. Het nest werd gemaakt van lang gras, kokosvezel, mos en dierenhaar.

Het menu van de vogels was inmiddels uitgebreid en bestond nu uit pinkies, geknipte wasmotten, miereneitjes, buffalowormpjes en witte meelwormen. Ook was er altijd universeelvoer beschikbaar. Het wachten was op het eerste ei en dat kwam op 12 mei. In de daaropvolgende dagen werd het legsel gecompleteerd met zes eieren. De pop broedde vanaf het vierde ei en op dat moment ving ik de man eruit. Ik deed dit omdat hij zoveel lol kreeg in het zingen dat hij daarmee ‘s nachts om 3 uur luidkeels al begon en dat leverde problemen met de buren op. Ik heb hem toen in de schuur gezet en wel zo dat hij de pop toch kon zien. 

De pop accepteerde het en ging gewoon door met broeden. Op 28 mei vond ik dan ook de eerste eierschalen in het nachthok: er waren drie jongen. Op 29 en 30 mei volgden nummer vier en vijf. De  pop voerde in eerste instantie hoofdzakelijk buffalo’s, maar gging na een dag of twee over op pinkies. Al het voer bepoederde ik met Avian  Carmix. Vanaf 31 mei ging ik ook weer witte meelwormen voeren. De pop voerde deze goed aan de jongen.    

In de ochtend van 2 juni ringde ik vier jongen. ’s Avonds het vijfde jong.  De volgende morgen controleerde ik en alle ringen zaten er nog om.

In deze periode was de pop soms erg onrustig en riep veel, maar ze bleef goed voeren. Op 10 juni vlogen de eerste twee jongen uit en op 11 juni de andere drie.

Op 13 juni had de pop weer een nieuw nest met hierin het eerste ei. De man zat er nog steeds niet bij dus het ei was onbevrucht. In verband met ruimtegebrek was het ook niet de bedoeling dat de pop nog eens ging broeden.

De jongen verstopten zich heel goed en ik wist daarom absoluut niet hoeveel er nog leefden. Op 18 juni begon ik met het voeren van pinkies en witte meelwormen. Ik voerde op de grond van de volière omdat de jongen daar vaak zitten en zo kunnen ze zelf leren eten.

Zo rond 23 juni lieten de jongen zich steeds vaker zien en het bleek dat ze bijna net zo groot waren als de pop. Ze gingen ook steeds vaker het nachthok in om zelf te eten. Op 29 juni ving ik de pop uit de volière en bracht ik hem samen met de man naar een kennis. Bij het uitvangen van de pop bleek ik toch nog over vijf jonge blauwborsten te beschikken.

Al de jongen zijn inmiddels door de rui heen en het resultaat is drie mooie mannen en twee poppen. Al met al een prachtige vogel om ermee te kweken!