Kweek verslag van de Pimpelmees (Parus caeruleus)
Door: Harmen Romkes
In februari 2013 kon ik 2 pimpelmees poppen kopen, ik twijfelde niet zo lang omdat ik deze “zeer” beweeglijke vogeltjes al langer in het vizier had, echter wilde ik wel zeker weten dat ik goed geringde en gezonde vogels kocht en dit bleek zo te zijn.
Ik kwam thuis met 2 mooi getekende pimpelmees poppen, beide van 2012. Met een andere kweker kon ik een pop ruilen voor een man en zo kwam ik in het bezit van een mooi onverwant koppel pimpelmezen.
Ik plaatste het koppel in een vlucht van 3 x 1,5 meter, waarin ik een aantal verrotte stukken boomstronk plaatste die helemaal afgezocht werden op insecten, op de bodem strooide ik een laagje bladeren. Door de bladeren strooide ik een handje met onkruidzaden, die graag werden gegeten door de pimpels.
Het voer bestond uit een goed universeelvoer, insectenpaté en een goed eivoer, ondertussen begon ik met het voeren van enkele meelwormen en wat diepvries pinky’s.
Zo eind maart begin april, zag ik dat de man wat “zwevende” vluchten maakte door de volière, in de volière plaatste ik verschillende nestkastjes waaronder een berkenblok, een houten klomp (doormidden gezaagd) met een deksel en invlieggat en een standaard nestblokje, deze allemaal op ongeveer 2 meter hoogte. De volgende dag zag ik de man bij alle aanwezige nestgelegenheden inspecties uitvoeren.
Na 2 weken van inspectie door het mannetje, werd er een goedkeuring gegeven en wel voor het berkenblok zoals afgebeeld. Wat opviel, nadat er voor het berkenblok gekozen werd, is dat de man en pop beide met hun snavel inkervingen maakten bij de invliegopening.
Ik zag de pop voortdurend met haar vleugels fladderen, net als een jong vogeltje en wanneer de pop dit deed kwam de man erbij om de pop te voeren. De man sloeg hierop met zijn vleugels, liet zijn zang horen, zijn staart recht de lucht in en hij maakte zich mooi en groot voor de pop, wat overigens een schitterend schouwspel was om te zien. Een paring heb ik nooit gezien, dus het is zeer aannemelijk dat dit op het nest heeft plaats gevonden.
Inmiddels had ik het koppel voorzien van nestmateriaal, dit bestond uit: verse mos, dierlijk haar (paarden), watten, sisal en kleine veertjes.
Ook was ik inmiddels meer levend voer gaan verstrekken, zoals buffalo’s en krekeltjes. Een dag later was er bij ons op de kinderboerderij het schaapscheerderfeest, en zo kwam ik aan het meest natuurlijke nestmateriaal: schapenwol, en wel vers van de pers, dit is zeker aan te raden als nest materiaal, want dit werd met snavels vol tegelijk naar binnen gesleept (wel moet worden opgemerkt, dat de schapenwol in stukjes van 1 cm moet worden geknipt, dit om te voorkomen dat de wol zich om de pootjes gaat binden). De schapenwol werd eerst goed gewassen met lauw water en daarna goed gedroogd. Begin mei deed ik een nest inspectie en zag ik dat er in het nest 2 eitjes lagen die bedekt waren met veren en haar (zie foto.)
Nu was het afwachten totdat ik de pop niet meer zag, want de pimpelmees begint met broeden wanneer alle eitjes gelegd zijn. De dagen verstreken en na 8 dagen zag ik de pop niet meer en moesten er dus 10 eitjes in het nest liggen, dit bleken later 8 stuks te zijn. Het mannetje zag ik regelmatig naar het nest vliegen met een meelworm of iets anders te eten voor de pop. Na precies 14 dagen werd ik overdag door mijn vrouw gebeld, dat de man rare bewegingen maakte voor het nest, en zijn zang veelvuldig liet horen. Toen ik aan het eind van de middag thuis kwam, zag ik de pop en de man beide van het nest af, dus voor mij een mooie gelegenheid om het nest te inspecteren om te kijken of er jongen in het nest lagen. Er lagen 6 jonge pimpelmezen in het nest, een dag later kwam er nog een ei uit met als resultaat 7 mooie jonge pimpelmezen.
Toen de jongen geboren waren, voerde ik de eerste dagen diepvries buffalo’s en pinky’s, deze bestrooide ik met Aves opfok. Na 4 dagen plaatste ik een bak in de volière welke rijkelijk gevuld was met levende buffalo’s, en een handje vol meelwormen, deze had ik ook bestrooid met Aves opfok. In een andere bak gooide ik sprinkhanen, buffalo’s, pinky’s en geknipte wasmot larven, dit allemaal diepvries. Het universeel, insectenpaté en eivoer werd bijna niet gegeten, noch gevoerd. De 7e dag heb ik de jongen geringd met de voorgeschreven 2.7mm. Na 10 dagen voerde ik nog een nestcontrole uit om te kijken of alle jongen nog in leven waren, dit bleek gelukkig het geval te zijn.
Na 17 dagen waren de jongen nog niet uitgevlogen en besloot ik een nestcontrole uit te voeren om te kijken of alles goed was. In het nest lagen 7 mooie grote pimpelmezen, allemaal gezond en vol in de veren, op het punt om het ouderlijke huis te verlaten.
Dit was de 19e dag het geval. Ik zag het eerste jong uit het nest vliegen, en zoals het spreekwoord zegt: “Als er 1 pimpelmees over de dam is, volgen er meer”. In 15 min. tijd waren alle 7 pimpelmezen uitgevlogen en zat alles op stok. De jongen werden de ganse dag door gevoerd door beide ouders. Wat mij opviel, is dat de jongen gelijk al zeer goed kunnen vliegen en dat ze echt super tam zijn (zie foto).
Mijn resultaat en ervaring: Een leuke en gezellige vogel waar je plezier aan hebt.
Maar DNA is geen overbodige luxe bij deze “bewegelijke, levendige” vogel.
|