DE KEEP: een prachtige vogel door Wilco Bal
Graag wil ik een ander geluid laten horen over de keep dan in veel vogelbladen regelmatig staat beschreven. Zonder aan de oprechtheid van de auteurs te twijfelen, ben ik van mening dat veel informatie gedateerd is.
Ongeveer elf jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met deze prachtige vogel en ik was meteen verkocht. Veel mensen raadden mij de kweek met deze vogel af, waarbij vele argumenten werden aangedragen: een onrustige vogel, moeilijk te kweken etc.
Mijn eerste kepen kocht ik in de winter op een vogelmarkt. Volgens de verkoper waren het echte eigen-kweek vogels. Met de ervaring van tegenwoordig durf ik rustig te stellen dat er maar zeer weinig eigen-kweek vogels worden aangeboden. De meeste worden helaas “in de natuur gekweekt”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meeste “eigen-kweek” vogels te koop worden aangeboden in periodes dat de vogel als wintergast in onze contreien verblijft.
Echte eigen-kweek kepen zijn heel rustig en niet schuw. Mijn vogels blijven op de zitstok zitten, ook als ik ze tot op een halve meter nader. Ook bij bezoek van collega-kwekers blijven ze rustig op de zitstok. Ze eten zonnepitten uit mijn hand.
Het mooiste compliment kreeg ik tijdens een tentoonstelling enige jaren geleden. Twee bezoekers uit de vogelwereld met bekende namen observeerden mijn kepen aandachtig. Toen viel de opmerking dat de kepen waarschijnlijk zo rustig waren doordat er “iets door het drinkwater was gedaan”. Aangezien de vogels al voor de derde dag op de tentoonstelling stonden werd deze conclusie verworpen en kwam men tot een andere conclusie, namelijk dat de vogels met de hand waren grootgebracht. Ik stond toevallig achter de heren en kon een glimlach niet onderdrukken. I.v.m. mijn werk kwam ik namelijk helemaal niet aan handopfok toe. Helaas zegt bovenstaande reactie genoeg over de niet terechte slechte reputatie van de keep.
Het verschil in uiterlijk tussen een keepman en keeppop is duidelijk waarneembaar, ook in de winter. Wel zijn de kleuren van het winterkleed minder opvallend. Verder zijn er nog duidelijke verschillen in kleurdiepte bij mannen onderling. Hetzelfde geldt voor poppen. Ik weet niet of je kunt spreken van intensieve vogels en schimmelvogels. Misschien een vraag voor de tentoonstellingscommissie. Er zijn namelijk veel verschillen m.b.t. de kleurintensiteit.
Mijn kepen kunnen zowel in volières als in broedkooien worden gehouden, aangezien ze zeer rustig zijn. Het is verstandig de vogels in overdekte volières/kooien te huisvesten om ziektes van buitenaf te voorkomen. Kepen kunnen onze winters zeer goed verdragen. Zorg er wel voor dat ze beschutting hebben tegen tocht en wind.
Er zijn veel gerenommeerde zaadmengsels op de markt die allemaal goed zijn, maar wel in prijs verschillen. Zelf ben ik zeer tevreden over de zaadmengsels van Vaesen uit Neerpelt (B), welke kwalitatief goed zijn en gunstig geprijsd. Op een goede vinkenmengeling en (regelmatig) eivoer gedijen de vogels ook goed. Al mijn vogels krijgen het hele jaar door een zelfgemaakt eivoer, in de winterperiode 1x/week. Een stukje groen erbij (witlof, broccoli, boerenkool etc.) houdt de vogels in topconditie. Ook het badwater mag niet ontbreken, want de keep gaat graag in bad. Vanzelfsprekend wordt het drinkwater dagelijks ververst.
Begin maart werden de vogels per koppel bij elkaar geplaatst om aan elkaar te wennen. Ze hebben niet veel ruimte nodig om tot een goede kweek te komen. Ikzelf kweek mijn kepen in broedkooien van 100x50x50cm. en 120x50x50cm. De vluchten zijn 220x110x70 cm.(hoog-diep-breed) en 220x110x160 cm. (hoog-diep-breed). In de laatste kooi moeten de kepen de vlucht delen met twee koppels van een andere soort. In het verleden waren dat o.m. groenlingen, fraters, barmsijzen, putters, Europese cini, kneuen, sijzen/zwartkopsijzen, vale woestijnvinken en diverse soorten roodmussen. Ze zaten in één vlucht van 220x110x160 cm. probleemloos bij de kepen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, waarbij keepmannen vervelend kunnen zijn, maar dat is bij andere vogelsoorten niet anders.
Verder heb ik al meerder jaren ervaring met vluchten, waarin alleen een doorzichtig éénlaags volièregaas de koppels van elkaar scheidt.
Rond Koninginnedag hang ik de nestkasten op, voorzien van kunstgroen. Wanneer de keep in broedstemming begint te komen, zie je de kleur van de man steeds mooier worden. De snavel van beide seksen begint te verkleuren naar zwart en de man laat steeds vaker zijn typische keepgeluid horen. Hij gaat achter de pop aan jagen, waarbij het er soms heftig aan toe gaat. Dit hoort bij het liefdesspel van de vogels. Als het klikt tussen beide vogels gaat de pop rond mei/juni over tot nestbouw. Ik gebruik hiervoor de kanariekastjes en kapelletjes en de pop gaat vervolgens uitsluitend met lichte materialen het nest aankleden en ze werkt het met veertjes af. Er worden 4 - 7 eieren gelegd, die bij het 5e ei worden teruggelegd. Mannen worden alleen apart gezet als ze de pop lastig vallen. Ik moet wel opmerken dat met de kweek in broedkooien de mannen vaker apart worden gezet. Na 12 - 13 dagen komen de jongen uit het ei.
Als opfokvoer gebruik ik een zelfgemaakt eivoer op basis van:
eieren en orlux wildzang, aangevuld met kiemzaad, een voedingssupplement en een weinig diepvries buffalowormpjes en pinkies. Dit eivoer wordt goed opgenomen. Het is belangrijk niet te overdrijven met levend voer omdat anders veel jongen het loodje leggen door eiwitvergiftiging. Na 4 - 5 dagen worden de jongen geringd met de wettelijk voorgeschreven ringmaat 2,7 mm. Als alles goed gaat verlaten de jongen na +/- 13 dagen het nest en ze huppen dan een beetje onhandig over de grond. Ik leg altijd een afgesneden tak met bladgroen op de grond, waar de jongen graag gebruik van maken. Het voordeel is dat ze de eerste dagen niet op de grond zitten en tevens wat beschut zitten en rust hebben. De kans op beschadiging van de jongen is dan kleiner. Met de kweek in broedkooien is die kans iets groter vanwege een kleinere vliegruimte.
Tot slot
Ik hoop door dit verslag een aantal vooroordelen weggenomen te hebben m.b.t. de kweek van de keep. Mogelijk heb ik andere liefhebbers enthousiast gemaakt. De kweek is beslist niet moeilijker dan die van putter of goudvink. Wilt u meer informatie over deze prachtige vogel? Aarzel niet en mail mij: wilco.b@chello.nl
|