Kweek met de Grote gele kwikstaart
Na een aantal jaren met wisselend succes zaadetende Europese cultuurvogels te hebben gekweekt heb ik in 2012 voor het eerst een aantal insecteneters aangeschaft. Ik heb hiervoor een volière van 9 meter lang en 1 tot 3 breed tot mijn beschikking. De volière is in 3 compartimenten te verdelen. Het geheel is niet overdekt en volledig begroeid, de achterwand is door Hedra ( Hedera Hibernica ) in beslag genomen. In het verleden gingen de zaadeters in April in de volière en in september weer naar binnen. In droge zomers ging het best wel goed en waren er leuke resultaten met Sijzen, Barmsijzen, Groenlingen en Bloemputters, maar in de Nederlandse natte zomers ging het duidelijk minder goed en was er relatief veel uitval. Daarnaast werd de begroeiing ook stevig onder handen genomen door de bewoners. Het is inmiddels alom bekend dat insecteneters veel minder gevoelig zijn voor ziektes welke het gevolg zijn van vochtige bodems en volières, zij kunnen hierin goed gedijen, bovendien vreten zij ook niet aan de begroeiing.
In aanloop naar de kweek in 2012 heb ik dus in najaar 2011 alle zaadeters met uitzondering van de Noorse Goudvinken, hier kweek ik uitsluitend binnen mee, van de hand gedaan. Vervolgens heb ik 2 koppels Baardmannen, 1 koppel Gekraagde roodstaarten en 1 koppel Grote gele kwikstaarten aangeschaft. Aanvankelijk allemaal bij elkaar in één deel van de volière, van onenigheid was weinig te merken. Het duurde even voordat ze allemaal de voerbakjes hadden gevonden, ik heb speciale voerkooien in het front van de vluchten waar ik droog en vooral muizenvrij kan voeren. Bovendien kan het voeren eenvoudig aan de buitenkant gedaan worden, eventueel ook in het donker zonder dat er verstoring optreed.
In het najaar gaan alle vogels naar binnen, de beplanting kan dan weer gesnoeid worden en weer gereed gemaakt worden voor het volgende seizoen. De geslachten worden dan gescheiden opgekooid, omdat anders er vechtpartijen met ernstige gevolgen kunnen ontstaan. Wel kunnen er meerdere niet verwante soorten bij elkaar gezet worden. Alleen de baardmannen kunnen als koppel opgekooid worden.
In het voorjaar, eind maart, gaan de insecteneters naar buiten, De Gekraagde roodstaarten samen met een koppel Baardmannen, een koppel Baardmannen en de Grote gele kwikstaarten ieder in een eigen vlucht. Alle vluchten zijn voorzien van een mini vijver elk met een eigen pomp voor de circulatie. Het water moet wel wekelijks worden ververst. Dit systeem moet eigenlijk nog geautomatiseerd worden zodat het bij overname van de verzorging het voor de “invalkrachten” wat eenvoudiger wordt.
Verder wil ik mij beperken tot de Grote gele kwikstaarten. Dit zijn prachtige volièrevogels die zich goed laten zien zeker niet schuw worden in een begroeide volière, zij hebben absoluut niet de neiging zich te verstoppen in de begroeiing. Ook wennen zij zich heel snel aan de verzorger en vliegen ze op het voerplateau wanneer weer vers voer gebracht word.
Het voer bestond uit meelwormen, universeel voer en eivoer volgens onderstaand recept.
· 6 eieren ( groot)
· 18 beschuiten
· 30 gram Aves
· 2 schepjes kalk
· 8 gram Yellowlux ( tagetes)
· 100 gram Kuikenopfokkruimel
· 5 ml Tarwekiemolie
Na mixen inroeren:
· 80 gram Orlux insect patee
· 60 gram Orlux Frutti patee
· 60 gram pinky’s ( diepvries )
· 60 gram buffalo’s ( diepvries )
Hiervan worden dan 3 porties aangemaakt en vervolgens in bakjes gevuld met +/- 120 gram ingevroren. De voorraad is dan voldoende om een aantal weken te kunnen voeren.
Het voer voor de meelwormen bestaat uit het eivoer dat overblijft en wisselend brandnetelbladeren, boerenkool of vogelmuur. Voor het voeren worden ze altijd bepoederd met strooipoeder van Aves.
Het koppelen eind maart ging zonder schermutselingen, beide vogels trokken zich niets van elkaar aan en gingen ieder hun eigen weg, vooral de man zat er ongeïnteresseerd bij. Eerst dacht ik daar komt dus niets van terecht, ook was er geen belangstelling voor de beide nestgelegenheden die ik had opgehangen, 1 vlak boven de waterloop en de ander hoger in de vlucht. Op 22 April lag er dan toch een ei in de voerbak, hierna kwam de nestbouw pas op gang en op 29 april was het nest klaar. Nadat er nog eerst een ei in de waterloop terecht kwam lag op 2 mei het 1e ei in het nest. Toen kon ik ook voor het eerst het baltsgedrag van de man, gevolgd door een paring waarnemen. Verder weinig controle uitgevoerd en op 5 mei werd er vast gebroed, meestal door de pop maar af en toe neemt de man het wel over. Het legsel bevatte 4 eieren.
Op 18 mei lag de 1e eierschaal in het water, vervolgens bleken er op 20 mei 2 jongen in het nest te liggen. De jongen konden 22 en 24 mei geringd worden. De jongen worden intensief door beide ouders gevoerd, de eerste dagen voer ik ook gemalen pinkies en buffalo’s daarna volstaat de eerder beschreven voeding. Daarnaast zijn de vogels wel druk met het vangen van de insecten die veelvuldig met name in en bij de Hedra voorkomen. De man voert het meest. Wanneer ze begin juni uitvliegen is het vooral opvallend dat ze al heel goed kunnen vliegen en veel volgroeider zijn dat de gemiddelde zaadeter op deze leeftijd.
Maar op 10 juni ontstaat er toch een beetje paniek, de jongen zijn verdwenen als ik thuis kom van mijn werk. Even later blijkt dat als ze zich maar even laten zien de man van de gelegenheid gebruik maakt en er boven op duikt. Dan moet er direct gehandeld worden, ik besluit de jongen er maar uit te vangen en ze binnen in een kistkooi onder te brengen. Ze vinden meteen het voer en water en maken hier ook flink gebruik van. Helaas lag 14 juni toch nog 1 jong dood op de bodem van de kooi.
Na het uitvliegen is de pop al direct weer gestart met nestbouw voor de tweede ronde, het nest wordt gewoon over het eerste nest gebouwd. Overigens is het ook zo dat ze het nest bijzonder schoon houden, van vervuiling door de jongen is geen sprake. Op 8 juni lagen er weer 4 eieren in het nest. Het broeden ging voorspoedig en op 20 juni lagen er 4 mooie jongen in het nest. Maar toen sloeg het noodlot toe, in de nacht van 21 op 22 juni brak een hevig onweer los, op 100 meter afstand werd een kapitale eik geveld door de bliksem. Alle 4 jongen lagen de volgende morgen in de vijver, waarschijnlijk als paniekreactie op het hevige onweer.
Op 26 juni was er opnieuw een nest over het oude gebouwd en op ongeveer 29 juni waren er deze keer 5 eieren die ook allemaal uitkwamen rond 10 juli. Op 15 en 17 juli konden er totaal 4 geringd worden, de kleinste had het niet gehaald deze werd 16 juli in de vijver gedeponeerd. Toen moest ik omdat wij vertrokken voor een vakantie, de verzorging overlaten aan mijn zoon en via telefoon en mail het verdere verloop begeleiden. Na het uitvliegen overleden 2 van de 4 al heel snel om voor mij onduidelijke redenen. De andere twee deden het goed, bij thuiskomst bedelden ze nog volop bij de ouders. Op een leeftijd van 4 weken heb ik de jongen uitgevangen en in een kistkooi opgekooid. Na 1 dag zat één van de twee met samengeknepen oogjes in een hoekje. Na deze direct apart te zetten knapte de vogel binnen het uur op. Waarschijnlijk was dit na de eerste ronde ook de reden dat één van de twee uitviel. Wanneer de jongen samen in een kistkooi worden opgekooid is waarschijnlijk één van de twee de baas en belet deze de ander bij het water en voedsel te komen.
Uiteindelijk had ik drie jongen op stok, 2 mannen en 1 pop. Alles bij elkaar maakt dat het een interessante vogel is om mee te kweken. Het volgend jaar wil ik het met twee koppels proberen, uiteraard in gescheiden vluchten met een ruime afstand er tussen. Eind september had de oude pop iets aan het kopje zitten, na de vogel uitgevangen te hebben bleek het een teek te zijn. Ik weet niet of dit bijzonder is, ik had het in ieder geval nog nooit gezien.
Na de rui was bij de man de zwarte bef volledig verdwenen, dat dit niet altijd zo hoeft te zijn bleek later toen ik een man aanschafte om met de jonge pop een onverwant koppel te kunnen maken. Deze man had in november nog steeds een zwarte bef.
Met vriendelijke groet Herman Tijhuis.
hm.tijhuis@gmail.com
|