Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker

Kweekverslag

Terug naar overzicht
   

DE  GEPARELDE  MEREL: een nieuwe mutatie?          door Robert Naeff

Inleiding

Bij onze Europese cultuurvogels zijn nogal wat mutaties bekend. Interessant is dat een bepaalde mutatie bij verschillende soorten vogels (en ook bij andere diersoorten en zelfs bij de mens) kan voorkomen. Een goed voorbeeld van een mutatie die zowel bij mens als dier voorkomt is natuurlijk albinisme. Het blijft altijd weer een wonderlijk gezicht: die spierwitte, roodogige mensen en dieren. Als u het leuk vindt wat afbeeldingen van albino’s te bekijken, ga dan naar het zoekprogramma “Google” op de computer. Tik bijvoorbeeld albino in en dan afbeeldingen, en vervolgens kan men zich vergapen aan de talloze bizarre plaatjes van witte zoogdieren, reptielen, vogels, vissen etc.

Maar eigenlijk wilde ik het ditmaal hebben over de mutatie gepareld, althans over een mutatiemerel die ik en enkele anderen op dit moment fokken in de volière. Over die naamgeving gepareld is het laatste woord trouwens nog niet gesproken, want het zou ook heel goed mogelijk kunnen zijn dat het hier gaat om een mutatie waar een heel ander naamkaartje aan hoort te hangen. De verschijningsvorm van een mutatie correspondeert immers niet altijd  met de naam die er bij hoort en vice versa. Denk maar eens aan de albinovorm van de meeste parkietensoorten: dat is een lutino, een gele vogel. Dit komt omdat albinisme slechts de melaninen in huid en haar doet verdwijnen, maar niet het carotenoïde (dat verantwoordelijk is voor de rode of gele kleur). Witte parkieten, die ook bestaan en albino worden genoemd, zijn feitelijk combinatiemutaties van lutino en blauw. Maar goed, daar begin ik weer over die albino’s en we zouden het over geparelden gaan hebben.

Bij enkele van onze cultuurvogels is een mutatie opgedoken die we gepareld noemen. Denk aan de geparelde goudvink en de geparelde barmsijs. En ook bij de al wat langer gedomesticeerde vogels zoals valkparkieten, Japanse meeuwtjes en bij pluimvee etc. zijn geparelde mutanten bekend. In dit artikel wilde ik het eens over de geparelde merel hebben, een mutatie die nu vaste voet lijkt te hebben gekregen bij enkele merelkwekers in Nederland. 

Hoe het begon

Eind jaren negentig kwam ik in contact met enkele Engelse vogelkwekers. Deze mensen waren min of meer gespecialiseerd in het fokken van kleine en grote insecteneters en mutaties van merels en zanglijsters. Het waren ook echte tentoonstellingskwekers, die mij inzicht gaven in de Engelse eisen en tradities binnen de vogelhouderij en  de bijbehorende vogelshows. Over dit laatste onderwerp is nog wel het een en ander te melden. Interessant is bijvoorbeeld dat ze in Engeland de vorm, houding en postuur van een vogel veel belangrijker vinden dan de kleur. Bij hun winnen - als het over een “overall champion” gaat - ook meestal de wildkleuren het van de mutaties op de shows. Zelden word een mutant “best bird in show” oftewel Generaal Kampioen. Een merel of lijster moet volgens hen zo groot en fors mogelijk zijn en daarbij een mooie ronde peervorm bezitten. Ook het kopje moet mooi volrond zijn, “no flat heads”, geen ‘platte koppen’. De kleur is van minder belang. Beter een perfect gebouwde wildkleur dan een minder gebouwde superzeldzame mutant, vinden zij. Tot op de dag van vandaag blijven ze dit er bij mij in hameren. Lachen natuurlijk, want ik hecht juist veel belang aan de kleur van de vogel . Of hij wat groter of kleiner is maakt mij eigenlijk weinig uit. Maar ja, ik ben dan ook geen echte tentoonstellingskweker. U snapt dat ik heel wat discussies heb moeten voeren over dit onderwerp. Het leuke van de contacten was o.a. dat ik en enkele anderen hen konden helpen aan mutaties die in Engeland verloren waren gegaan. Op hun beurt konden zij ons Nederlanders weer helpen aan mutanten die wij hier kwijt waren geraakt. Vogelsport in optima forma dus.

Enfin, de meeste van de hier in Nederland bekende merelmutaties zagen we terug in Engeland, maar er zat ook een mutatie bij de mannen die we niet zo een twee drie thuis konden brengen. Het waren lichtgrijze, soms bruinachtige vogels, die een fijne streeptekening in de veren vertoonden, vooral  in staart en vleugels. Opvallend was ook de kleurvariatie. Tussen de verschillende individuen die ik onder ogen kreeg, zaten bijna wildkleurige mannen met prachtige zilverachtige veertjes op rug en vleugels, maar er waren ook heel lichtgrijze of grijsbruine exemplaren bij. De Engelsen noemden het ‘opals’, letterlijk dus opaal, maar ik en enkele kwekers waren er niet direct van overtuigd dat het hier om opaal ging. Wij vonden gepareld eigenlijk een betere benaming. Een beetje zwak punt van deze Engelsen is hun kennis van de erfelijkheid bij hun vogels. Ze konden met geen mogelijkheid zeggen hoe deze kleur vererfde en verder hadden ze de kleur bruin te pas en te onpas in de opaal merels ingekruist, zodat er in eerste instantie met geen mogelijkheid achter te komen was hoe nou een zuivere ‘opal’ of geparelde eruitzag. Die combinatiemutaties van bruin en opaal noemden ze trouwens ‘cinnamon-opal’. Verder was het ook nog zo dat de twee stammen opalen waar ze de beschikking over hadden, niet de meest vitale vogels waren. Althans niet degene die ik onder ogen kreeg. De meeste vogels waren nogal tenger van postuur en hadden een vrij dunne, kwetsbare vederstructuur. De Engelse liefhebbers hadden er maar weinig gefokt in de loop der jaren en het enige wat ik destijds los kon krijgen was een nogal kleine cinnamon-opal pop, dus eigenlijk een combinatie mutatie, waar ik uiteindelijk verscheidene jongen van kweekte. Maar ik slaagde er niet in om uit deze vogels een echte opaal terug te fokken.

De Nederlandse geparelde merels

Ergens in 2003 viel mijn oog op een advertentie op Internet, waarin ene mijnheer Van Wijk ‘split voor pastel’ merels aanbood. Zo heel veel wordt er niet geadverteerd met merelmutaties en als iemand in dit soort gevallen een pastel of isabel aanbiedt, om nog maar eens een kleur te noemen, dan is het altijd maar weer de vraag over welke mutatie het nu precies gaat.

Mijn nieuwsgierigheid was echter gewekt en ik belde op om eens te vragen om wat voor kleur het hier precies ging . Bert van Wijk, een merelliefhebber uit Assen, die al jaren merels fokt en ook tentoonstelt, wist ook niet goed wat het precies voor een kleur was. Hij beschreef het als iets grijzigs, met fijne streepjes en stipjes, vooral in de staart en de vleugels. Dat kwam mij bekend voor. Dat leek wel die mutatie van die Engelsen … Maar deze vogels kwamen uit Nederland. Snel een afspraak gemaakt en op naar Assen, wat voor mij gelukkig niet al te ver rijden is. Bij aankomst liet Bert mij de oorspronkelijke mutant, in dit geval een mooie forse pop, zien. Het betrof een puur Nederlandse vogel, die in geen geval afstamde van Engelse vogels. Hij was er bij toeval aangekomen en de vogel was voortgekomen uit twee normaal gekleurde ouders. De getoonde vogel deed sterk aan de al langer bekende blauwgrijze of zilvermutatie denken, maar verschilde daar toch ook weer heel duidelijk van door de opvallende streepjes op vleugels en staart. Verder zag ik met name in de grote slagpennen lichte vlekjes (pareltjes). Ook in de kleinere veren op de rest van het lichaam waren streepjes waar te nemen, die de vogel een wat gemarmerd uiterlijk gaven. Gemarmerd zou dus ook nog een optie voor de naam kunnen zijn, maar dat was van later zorg.

Bert had de vogel dat jaar gekoppeld aan een wildkleurige merelman en daaruit een flink aantal (wildkleurige) jongen gekweekt. Hij wist natuurlijk nog niet hoe de vererving in elkaar stak, maar samen met mij vermoedde hij een geslachtsgebonden vererving, omdat de eerste vogel een pop was en de vader dus hoogstwaarschijnlijk de drager. Ik kocht onmiddellijk een koppel splitvogels van Bert, dus broer en zus, waarbij het natuurlijk maar de vraag was of de pop ook split was. Thuis zette ik die in een ruime vlucht. In 2004 zou ik gaan proberen ermee te fokken om zodoende eindelijk ook eens in het bezit van een onvervalste geparelde merel te komen. 

Het kweekresultaat

Het voorjaar brak aan en de ‘splitgeparelde’ pop was de eerste van mijn tien merelpoppen die een nest ging bouwen. Het bleek een heel actieve vogel, die welvier rondes met eieren produceerde. Jammer genoeg klikte het niet zo goed met haar broer, zodat veel eieren onbevrucht waren en ook enkele jongen verloren gingen.
Uiteindelijk slaagde ik er in om vier jongen van dit koppel op stok te krijgen. Drie wildkleuren en één geparelde.

Wat erg opvallend is bij zo’n jonge  geparelde is het jeugdkleed dat behoorlijk afwijkt van dat van de volwassen vogel. De volwassen vogel, die overwegend zilvergrijs is, lijkt nog het meest op de al eerder genoemde blauwe of zilveren merel; de jonge geparelde vogels daarentegen  hebben een soort beige/zandkleurig jeugdkleed. Een heel fraaie kleur vind ik zelf. Alleen de vleugels en staart hebben (natuurlijk) de grijze kleur met streepjes en vlekjes die de volwassen vogels ook hebben, omdat die niet ruien in de jeugdrui. Eigenlijk moet ik zeggen dat ik de jonge vogels er iets spectaculairder uit vind zien dan de volwassen vogels.

Dat grote verschil in jeugd- en volwassen kleed ziet men trouwens ook terug bij de zo even gememoreerde zilver- of blauwe merel. Bij deze mutatie hebben de jonge vogels zilveren vleugels en staart in combinatie met een wildkleurige, dus bruine kop en lichaam. Pas na de jeugdrui zijn ze over hun hele lichaam zilverkleurig. Ergens is die ingrijpende kleurverandering bij dit soort mutaties ook wel enigszins logisch, omdat een jonge wilde merel ook radicaal van uiterlijk verandert als hij door de jeugdrui heen is.

Enfin, die ene geparelde vogel die ik in 2004 kweekte bleek een man te zijn, waardoor het direct duidelijk was dat deze mutatie autosomaal recessief vererft. Immers, bij een geslachtsgebonden vererving had er uit een splitkoppel nooit een mutantman kunnen komen.

Ook Bert, die de moedermerel op zoon teruggekruist had, bleek er dat seizoen nog drie geparelde bij gefokt te hebben, zodat het totaal aantal geparelde nu vijf bedroeg. Bert fokte daarbij ook nog eens enkele splitten die iets afweken van de normale wildkleur: de mannen hadden iets grijzigs in de borstveren en de poppen misten het warmbruine en waren extreem donker van kleur. In 2005 kwamen er uiteindelijk nog eens vier geparelde in onze volières bij, zodat we er nu negen bezitten en de ‘nieuwe kleur’ redelijkerwijs uit de gevarenzone is geweken. 

Gepareld of opaal

Nog altijd was niet duidelijk of deze Nederlandse mutatie nu dezelfde was als die in Engeland. Omdat ik zelf ook geen goede ‘opals’ bezat kon ik ook niet goed vergelijken. Het bleef een beetje bij speculeren, door de telefoon van gedachten wisselen en naar wazige foto’s kijken. Het leek er toch op dat er in Engeland echt sprake was van opaal, omdat de Engelsen beweerden dat de onderkant van de veren van de vogels donkerder was dan de bovenkant, een duidelijk kenmerk van de opaalfactor. Ook vertelden zij mij dat, als men in de veren blies, het  donker was tussen de veren, dit in tegenstelling tot de geparelde hier, die juist lichte plekken vertonen. Toch bleef de absolute zekerheid uit en wisten we nog steeds niet of er hier al dan niet sprake was van verschillende mutaties.

De oplossing van het raadsel kwam onlangs, toen enkele Engelsen mij met een bezoek vereerden en de kans kregen zowel bij mij als bij Bert van Wijk op hun gemak de vogels te bestuderen. Na zowel goed naar de ouderdieren, als naar foto’s van jongen in jeugdkleed te hebben gekeken, kwam men al gauw tot de eensluidende conclusie dat de Nederlandse geparelde merels NIET dezelfde waren als de Engelse opalen. Vooral dat aparte jeugdkleed gaf de doorslag en ook waren er in het volwassen kleed enkele verschillen te bespeuren. Uiteindelijk zijn de Engelsen met twee Nederlandse geparelde en twee splitvogels op huis aan gegaan om te proberen deze mutatie ook in Engeland te vestigen. 

Tot besluit

Al met al heeft er wel een sterke inteelt bij deze nieuwe mutatie plaatsgevonden. Om dit een beetje tegen te gaan en ook om eens te kijken of het mogelijk is wat combinaties met andere kleuren te krijgen, zet ik dit jaar een satinet merelman op een geparelde pop, een bruine man op een geparelde pop en een geparelde man op een combinatiemutatie van zilver en bruin. Vooral met satinet zou er misschien een heel mooie kleur gefokt kunnen worden. Ik denk dan aan een bijna witte vogel met misschien wel een lichte streepjestekening of zoiets. Maar dit is natuurlijk allemaal speculatie en ook toekomstmuziek. We moeten maar zien wat er uit komt rollen. Leuk en spannend is het in ieder geval wel. De merel blijft ons intussen door de jaren heen verbazen, door met de regelmaat van de klok steeds weer met nieuwe kleurmutaties voor de dag te komen.

 

Denkt u ook een nieuwe merel- of lijstermutatie te hebben? Laat het mij weten!

Tel. 06 - 53249551