Mijn (succesvolle) kweek met de boomklever                           (Sitta europaea)                   door Lou Megens

Vorig jaar schreef ik al over mijn kweek met de boomklever; zie Bec-info no. 4 / 2004.

In dat jaar kreeg ik met de nodige moeite (gedeeltelijk hand-opfok) één jong op stok. Met de nodige reserve zag ik de kweek van dit jaar tegemoet.De vogels werden identiek gehuisvest en kregen nagenoeg hetzelfde voer.

Ik voerde een eigengemaakt eivoer (een aangeduid schepje is ongeveer een theelepel):

-10 hardgekookte eieren (fijngeprakt)

-10 schepjes AVES opfok (alleen in de zomer, ’s winters krijgen de vogels AVES kracht)

-3 schepjes Necton-MSA (opbouwpreparaat)

-3 schepjes Lundi eendenkorrel (fijngemalen)

-beschuitmeel (mengen tot een rulle hoeveelheid, zeker niet te droog)

-5 eetlepels Klaus universeelvoer

-5 eetlepels UNI complet van Nutribird (pallet korrels voor insecteneters)

-5 eetlepels pinkies (diepgevroren)

Alles goed door elkaar mengen. Het voer is goed houdbaar in de diepvries.

In de broedperiode krijgen de vogels bovendien enkele meelwormen per dag, en in de winterperiode dagelijks enkele zonnepitten.

Na ruim een jaar samen geweest te zijn (ook in de winterperiode scheid ik de vogels niet), waren de vogels goed aan elkaar gewend. Een stevige multiplex nestkast, met een opening van 34 mm. (anders metselen de vogels de ingang dicht) hing ik aan de achterzijde van de kooi op.Als nestelmateriaal gebruikt de boomklever schorsschilfers van de dennenboom (grove den), dus ben ik er op uitgetrokken om een aantal stammen in de kooi te plaatsen. Ook verstrekte ik vermolmd hout, waar de vogels graag in hakken. 

Gezien de ervaringen van vorig jaar, wilde ik de vogels niet teveel storen en keek ik slechts iedere paar weken in de nestkast. Groot was mijn verbazing toen ik medio april zag dat de pop een nest had gemaakt van de dorre kleine bladeren van een bessenstruik die in de kooi stond, aangevuld met vermolmd hout en dennenboomschilfers.

Op 24 april zag ik tot mijn enorme vreugde maar liefst acht eieren in de nestkast liggen! De dorre kleine bladeren werden door de vogel in de loop van de tijd verwijderd. Zouden deze als extra isolatie hebben gediend? Het was immers frequent koud in de nachten! 

Aangezien ik niet precies wist wanneer de pop was gaan broeden (ik moest tussendoor op reis), gokte ik erop dat de eieren uit zouden komen begin tweede week van mei. Een vluchtige nestcontrole op 01 mei gaf me de indicatie dat alle eieren bevrucht waren.

Toen ik op 6 mei de man verdachte geluidjes hoorde maken, kon ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. In de nestkast zag ik, jawel, drie jonge boomklevers liggen!

Snel gaf ik de vogels levende buffalowormen en (bevroren) pinkies in water. De man nam de buffalowormen direct op en lokte de pop met zachte roepende geluidjes naar de nestkastopening, waar hij de pop voerde. Ik zag in deze beginperiode de pop nauwelijks het nest verlaten. Dat is maar goed ook, want we kregen nog nachtvorst! 

Een spannende dag werd 10 mei, de jongen zouden nu vijf dagen oud zijn en moesten geringd worden. Hoeveel jongen zouden er uitgekomen zijn? En zouden de oudervogels niet stoppen met voeren na het ringen, net als vorig jaar? Kónden de jongen al geringd worden?

Bij het openen van de nestkast sloeg mijn hart even over, er lagen zeven prachtig mooie jongen. Het achtste ei heb ik nooit meer gevonden.

Het ringen met de voorgeschreven ringmaat van 2.9 mm. ging echter erg slecht. Deels omdat de jongen al te grote poten hadden (ik moet echt met vier dagen ringen!) en deels omdat het loopbeen van de boomklever erg kort is in verhouding tot dat van andere vogels, in combinatie met een lange duim. Zelfs als de ring compleet naar achteren is geschoven, moet je de duim onder de ring uitpulken!

Het resultaat was niet al te best. Ik beschadigde de pootjes van twee jongen (bloeden wel gestelpt) en één jong stierf een minuut na het ringen (hartaanval door stress?).

De overgebleven zes jongen, waarvan twee met een beschadigd pootje, legde ik terug in het nest, mezelf vervloekend omdat ik (te) lang had gewacht met ringen. 

Gelukkig voerde de oudervogels gewoon door, zodat me verdere problemen bespaard bleven. Na vier dagen hield ik het niet meer uit en controleerde ik opnieuw. De beide jongen met een beschadigd pootje waren “verwijderd” en bleven onvindbaar. De overgebleven vier jongen groeiden voorspoedig op.

Op een leeftijd van 23 dagen vlogen alle jongen uit het nest en warmden zich in de voorjaarszon. Het is een prachtig gezicht om deze vogels te bekijken. Ze zijn een beetje een fletse kopie van de oudervogels. De beide ouders voerden de jongen met verve.

Ik voerde nu met name meelwormen en (bevroren) pinkies in water, naast het eivoer. De meelwormen werden altijd als eerste gegeten, waarna pas de pinkies werden opgegeten. 

Op het moment dat ik dit schrijf is het begin juni. De vogels worden nog gevoerd, maar bewegen zich erg vlug en rap door de kooi. Er zal waarschijnlijk geen tweede broedsel volgen, daarvoor is de hele cyclus te lang. Ik geniet met volle teugen van deze mooie vogels in mijn volière!

Informatie: Lou Megens, tel. 06-51849659