Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker

Kweekverslag

Terug naar overzicht
   

MIJN  KWEEK  MET  DE  APPELVINK

(Coccothraustes coccothraustes)      

           

door Ton de Waard 

Begin 2003 kwam ik op een tentoonstelling een oude bekende tegen. Hij had een koppel appelvinken gekocht, maar er was volgens hem geen land mee te bezeilen. Hij was de vogels meer dan zat en hij wilde ze wel kwijt.

Dezelfde dag nog heb ik ze opgehaald en buiten apart gezet in een kweekbox van 2 x 2 m., zodat ze een beetje ruimte hadden om te vliegen, want ze zaten wat krap behuisd bij de vorige eigenaar. Ik zocht wat informatie over voeding, nestkastjes en nestmateriaal. 

Toen ik de volgende dag in de volière kwam, zat de man rustig achterin op stok. De pop vloog heen en weer, ging even later ook op een stok zitten, maar viel er meteen weer vanaf. Ik kon haar zo van de grond oprapen; het deed me denken aan een epilepsieaanval. Na ongeveer 20 sec. vloog ze weer weg uit mijn hand en ging rustig op stok zitten.

De daarop volgende weken heb ik de vogels eivoer leren eten (Aves kracht) en stukjes appel, maar met de pop ging het steeds slechter; ze bleef op de grond zitten. Begin april heb ik haar weggedaan.

Eind april kon ik via internet een koppel overnemen; een pop alleen ging niet. Begin mei zette ik de nieuwe pop bij de man en gelukkig klikte het meteen. De man begon meteen te voeren! Ik maakte tralienestkastjes van 14 x 14 cm. - drie per kweekbox - gecamoufleerd met conifeertakjes.

De snavels van de vogels waren mooi staalblauw: een teken dat ze broedrijp waren. Als nestmateriaal gaf ik kokosvezel, gedroogd gras en witte draadjes. 

Eind mei hoorde ik opeens een hoog gefluit vanuit de volière. Ik ging snel kijken en wat zag ik? De man zat met afhangende vleugels en opgeblazen kopveren voor de pop te paraderen. Prachtig om te zien. Dat ging zo nog een paar dagen door, meestal gevolgd door een paring.

Het nest was binnen een dag of vier klaar en op 6 juni lag het eerste ei erin! In totaal werden er vier eieren geraapt en na het derde ei legde ik ze terug. De pop broedde ongeveer 13 dagen en werd goed gevoerd door de man.

Op 9 juni kon ik me niet meer bedwingen; de pop was even van het nest af en ik ging vlug naar binnen. In het nest zag ik vier witte donsballetjes liggen met snavelranden die lichtgevend leken. Prachtig om te zien!

Ik gebruikte (Aves) opfokvoer en ingevroren insecten, zoals meelwormen, buffalowormen, pinkies en kiemzaad; dit tweemaal daags en wel om 6.30 uur en om 17.00 uur; als ik vrij was meerdere keren per dag. De zaadmengeling was haakbek van Blattner en ik gaf wat extra zonnepitten. In het drinkwater deed ik dagelijks appelazijn. 

De jongen groeiden als kool. Toen ik ze de vijfde dag wilde ringen met 3.4 mm. ging dat al bijna niet meer. De vierde dag was beter geweest.

Al na een dag of twaalf lieten de jongen zich zo uit het nest vallen, dus was het zaak dat er geen takken of zitstokken onder de nestkast waren, want ze zouden hun vleugels kunnen breken.

Het bleken twee mannen en twee poppen te zijn. De mannen hebben zwarte handpennen en poppen grijze. De jongen werden door beide ouders goed gevoerd.

Op 21 juli heb ik de jongen apart gezet, want de man werd een beetje agressief, maar het is niet tot een tweede ronde gekomen.

In de ruitijd gaf ik ze veel onkruidzaden, boomzaden en verschillende soorten bessen; vooral op die van de meidoorn waren ze gek. 

Ongeveer half oktober heb ik de twee mannen apart gezet om ze tam te maken voor de tentoonstelling. Ik deed dat als volgt: ik zette ze ieder apart in een kleine kistkooi met twee zitstokken aan het voorfront, zodat ze vóór in de kooi moesten blijven. Elke dag liet ik ze overspringen in een oude tentoonstellingskooi en sproeide ik ze flink nat met een plantenspuit. Hier waren ze na een paar dagen aan gewend en ze vonden het plezierig.

In de namiddag nam ik een meelworm of meidoornbes en hield deze tussen mijn vingers voor de appelvink. Binnen tien minuten hapten ze, maar na een paar weken zaten ze al op me te wachten en hapten ze meteen.

Af en toe zette ik ze een tijdje buiten in het zonnetje en ging met een stokje langs de spijlen. Ook daar waren ze vrij snel aan gewend. 

Half november ben ik met hen naar de tentoonstelling gegaan en ik behaalde 92 en 91 punten.

Dus al met al was het een mooi kweekjaar met de appelvink. Inmiddels heb ik ook andere ervaringen, maar dat vertel ik u dan in het volgende verslag.