De milde winter laat de vogels kwetteren Tekst: Jeu Smeets Foto’s: Vrij internet
De vogelwereld komt goed terecht met het verwerken van de gematigde temperaturen en verschillende vogelsoorten profiteren zowaar van dit weertype.
De bijna voorjaarsachtige weersomstandigheden aan het begin van dit jaar hebben geen negatieve uitwerkingen op onze inheemse vogels. Weliswaar laten zich hierdoor minder vogels zien in onze tuinen en op de voederplaatsen. Dat kunnen wij met eigen ogen vaststellen maar blijkt ook uit de gegevens van de nationale vogeltelling die onlangs gehouden is. Voor de vogels roept het gematigde weer geen problemen en ettelijke vogelsoorten profiteren zowaar van de uitblijvende winter. De milde temperaturen kunnen zelfs leiden tot zeer vroege broedpogingen, wat na het koude en plaatselijk zelfs verregende voorjaar van 2013, nu veel vogels in de kaart zou spelen. Is er, zoals momenteel het geval is, genoeg voedsel en naast de milde temperaturen, voldoende daglicht met helder weer, dan kunnen de vogels daardoor vroeger in broedstemming komen. Als je op dit moment het bos ingaat hoor je aan alle kanten spechten er lustig op los timmeren, maar ook de zang van merels, koolmezen, vinken, roodborstjes en winterkoninkjes. Ze geven zich al helemaal richting de broedtijd en bepalen nu al onderling het territorium om dan al snel de vrouwtjes aan te lokken.
Zouden vroeg broedende vogels alsnog door een winterinval achterhaald worden, gaat een dergelijk nest weliswaar verloren maar dan hebben zij toch al een broedpoging ondernomen en is de onderlinge paarvorming versterkt. Blijft het daarentegen zo’n mild weer dan kan een dergelijk vroeg nest met succes groot gebracht worden en dat resulteert dan toch mooi in een extra nest nakomelingen. De laatste jaren hebben we een paar maal gezien dat bij een vroeg en warm voorjaar ook insecten en rupsen de normale tijd vooruit zijn. Enkele vogelsoorten profiteren ook anderszins van deze milde winter. Het is bekend dat o.a. ijsvogeltjes en kerkuilen in strenge winters grote verliezen lijden. Hun bestand kan zich nu herstellen van eerdere verliesjaren in strengere winters. De grotendeels verregende broedmaanden mei en juni 2013 hebben mogelijk ook geleid tot een terugval in de aantallen inheemse vogels en de mogelijkheid zou kunnen bestaan om dat nu via een vroeg broedsel te compenseren en ook de kans geven om gedurende het hele seizoen één broedsel meer groot te brengen. Als we nog iets verder kijken dan is een milde winter ook in het voordeel van wateren roofvogels. Zolang de meren en plassen niet dichtgevroren zijn en een sneeuwvrij landschap voldoende mogelijkheid biedt om te jagen, hoeven deze vogels niet op trek naar wintervrije gebieden, met alle risico’s die daaraan verbonden zijn. B.v. kramsvogels en koperwieken zijn tot nu toe steeds in onze omgeving gebleven en ik heb de indruk als ik de natuur in ga dat er meerdere trekvogels helemaal niet vertrokken zijn.
Vogels die normaal diep in Afrika overwinteren zijn nu natuurlijk niet hier gebleven. Zij volgen al jarenlang hun natuurlijk instinct en vertrekken, dankzij een soort ingebouwde klok, al ver voordat hier de echte winter invalt. Wat zeker wel tot de mogelijkheden behoort is dat de trekvogels van de middellange afstand, zoals spreeuwen en leeuweriken die niet verder gaan dan Spanje en Frankrijk of aan de Atlantische kustgebieden blijven vertoeven, eerder terugkomen. Vogelvrienden die een vaste voederplaats in hun tuin hebben hoeven zich echt geen zorgen te maken over het mindere aantal vogels dat deze plaatsen bezoekt. De hier overwinterende vogels hebben, gezien de weersomstandigheden, geen behoeft om hun normale biotoop te verlaten, want zij vinden daar nog ruim voldoende voedsel. Het voedselaanbod op de voederplaatsen kun je wel het beste in tact laten, want mocht het weer onverhoopt nog omslaan dat weten die vogels deze plaatsen zeker gemakkelijk terug te vinden. Nog een laatste opmerking is wel op z’n plaats. Maak voederhuisjes en -plaatsen regelmatig schoon want vogels hebben geen apart toilet en poepen ter plaatse. Het plaatsen van voedersilo’s komt de hygiëne wel ten goede omdat de vogels alleen met de snavels aan het voer kunnen en alle ontlasting daarbuiten valt. Veel liefhebbers maken ook het jaar rond gebruik van platte drinkschalen waarin de vogels net zo gemakkelijk baden als drinken met alle gevolgen van dien. In de winter gaat de verontreiniging minder snel, maar in de zomer bij hoge temperaturen wordt dit gauw een besmettingsbron met allerlei ziektekiemen. Regelmatig schoonmaken is ook hier een vereiste. Nu, aan het einde van mijn overdenkingen, is het inmiddels 20 februari en de weersvoorspellingen voor de langere termijn zijn 10 dagen met een gemiddelde temperatuur van 10° Celsius of meer en dan is het ondertussen maart. Het gezegde “maart roert zijn staart” kan dan wel waar zijn, maar de echte winter is dan toch voorbij.
|