Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

‘Goudvinken, putters en sijzen zijn er wel genoeg’      

PEER ROMBOUTS KWEEKT ANDERE EUROPESE VOGELS

“Eigenlijk is begin april geen goeie tijd om naar de Europese vogels te komen kijken. Wacht er een maand of twee mee dan zijn er ook jongen te zien.”; Peer Rombouts heeft natuurlijk gelijk. Toch maakt Peer tijd vrij voor een bezoek begin april. Wat er bij hem in Steensel aan Europese vogels te zien is hadden we een klein beetje verwacht. Peer is een bekende tentoonsteller is met minder bekende vogels. De werkelijkheid overtrof de verwachtingen!

Door Huub Vervest

‘Vijvervissen – vijverplanten – zuurstofplanten’ staat er op het bord bij de oprit van de familie Rombouts. ‘Open van 1 april tot 1 oktober’, direct daarna gevolgd door de avondopeningstijden en de melding dat vijverliefhebbers er ook ’s zaterdag van 10 tot 17 uur terecht kunnen. Omdat ik voor een bezoek aan Peer en zijn vogels buiten de openingsuren afgesproken heb, probeer ik maar gelijk zijn afgesloten terrein te stappen. Op z’n Brabants: via ‘d’achterdeur’. Omdat ik een hond vermoed doe ik eerst de deur op een kier open. Ik zie kluten op een grasveld. Hier woont een vogelliefhebber. De deur van de hondenren staat open en een seconde later zie ik eerst een hond en direct daarna Wilma, de vrouw van Peer. Gelukkig, ik vind de meeste honden mooie beesten. Maar altijd vertrouwen? Nee.

Gootmussen

“Ik heb heel mijn leven al vogels.”, beweert Peer Rombouts (57). Het zal er wel op neer komen dat dit zo lang is als hij zich kan herinneren, dus misschien 55 jaar. “Mijn eerste vogels? Jonge mussen. Die kwamen onder de pannen vandaan, uit een dakgoot die schoongemaakt moest worden. ‘Vrûger’ had ik ook al merels.” Jaren later kweekt Peer Rombouts de huismus, de ringmus en de merel in zijn volières.

“Ik heb veel bruine ringmussen gekweekt. Je ziet ze steeds minder. Niet interessant genoeg misschien? Ja, putters, goudvinken, sijzen en groenlingen. Daarvan zijn er genoeg. Zulke vogels heb ik niet. Ik heb nu Europese vogels die wat groter en sterker zijn.” Nog steeds heeft Peer Rombouts her en der in zijn tuin nestkasten voor huis- en ringmussen hangen. “Dat mussengeluid en die mussendrukte horen er voor mij bij.”

Nog soorten vergeten

Dan volgt aan de keukentafel en bij de koffie een opsomming van vogels die Peer Rombouts bezit; geelgorzen, zwartkopgorzen, spreeuwen in wildkleur, bruin, isabel (bruin-agaat), phaeo, wit en eumo; merels in wit, bruin, zilver, pastel, grizzle en kleurkop, porselein hoentjes, roodborsttapuiten, zwarte roodstaart, roodkopklauwieren, scharrelaars, kleine bonte specht, kuif- en boomleeuweriken, Europese ijsvogels en de Europese nachtegaal. “Dat zijn ook Europese vogels die ik kweek. Dan ben ik misschien nog een paar soorten vergeten. Die zien we wel als we naar de volières gaan.” Je merkt en ziet bij een bezoek aan Peer Rombouts dat hij iemand is die veel interesse voor de natuur heeft en veel praktische ervaring heeft in het kweken. Peer Rombouts reist zoals hij zegt ‘de halve wereld’ rond om zijn Europese vogels te bemachtigen. “Het liefst ruil ik gekweekte vogels tegen andere Europese soorten.” Als je zelf bijzondere vogels kweekt heb je wat in handen om te ruilen. Zo werkt dat.

Meelwormen op limiet

Het kweken van insecteneters gaat gepaard met veel diepvries insecten en levende insecten. Peer Rombouts; “Ik ga dit jaar wel minderen. Vorig jaar had ik 10 tot 15 kilo meelwormen per week nodig. Plus (diepvries)pinkies en buffalowormen. Dat wordt te gek. Ik heb dit jaar een limiet gesteld van 3 tot 5 kg meelwormen per week.” Bij de eerste Europese vogels die we in de tuin van Peer Rombouts tegen komen gooit hij gelijk een klein handje vol meelwormen op het grasveldje waar een aantal kluten lopen. “Zo, dan kun je ze goed fotograferen.” Dat is inderdaad gemakkelijk want de kluten lopen op een grasveldje achter de woning. Het enige dat de mens hier scheidt van de kluten is een hekje dat net voldoende hoog is om er een kleuter niet over te laten klauteren. Die kleuter zou de kluten wel aan kunnen raken. Dan komen de volières met ‘meelwormenverslinderaars’; wildkleur spreeuwen, mutant spreeuwen en enkele lijstersoorten. Van de meeste soorten zitten er meerdere koppels. “Kijk zwarte spreeuwen. Ik doe ook mee aan de show van de plaatselijke vereniging. De keurmeesters weten meestal wel dat de spreeuwen dan vooral van mij afkomstig zijn. ’n Zwarte spreeuw kreeg eens hele hoge punten. ’n Mooi verhaal. De keurmeester feliciteerde mij na de keuring met de mutatie van de Europese spreeuw; de zwarte spreeuw. Ik verwacht dat een keurmeester toch weet dat de zwarte spreeuw een aparte spreeuwensoort is.”

Later op de dag komen we bij de spreeuwen terug. Het was eigenlijk te vroeg voor een volièrebezoek vond Peer toen we afspraken. Hij kontroleert een spreeuwennestblok en raapt een paar pas gelegde eieren. “Als die uitkomen en het wordt de kleur die ik verwacht dan heb ik bijzondere eieren geraapt.” Begin april. Het kweekseizoen moet nog beginnen …….

 Kolonie roze spreeuwen

De roze spreeuw (Sturnus roseus) is een dwaalgast in West-Europese landen als Nederland en België en behoort tot de Europese fauna. Bij Peer Rombouts huist een kolonie van deze vogels in een van zijn grote buitenvolières. In diezelfde volière heeft een merel een nest met kleurafwijkende jongen van enkele dagen oud. Met de 30-jarige ervaring in het kweken van spreeuwen is de kans groot dat het ook met deze roze spreeuwen gaat lukken. Wilma Rombouts brengt de jonge Europese spreeuwen meestal met de hand groot. Straks roze spreeuwen?

Tentoonstellingen

Wie aanwezig is bij de prijsuitreiking van tentoonstellingen voor Europese vogels zal Peer Rombouts wel herkennen. “Och, ik ben al zo vaak met mijn vogels in de prijzen gevallen. In 2010 was ik de beste in het klassement bij de BEC show in Valkenhorst.” Peer Rombouts won het klassement met vogels als een bruine spreeuw, isabel huismus, geelgors en een zwart roodstaartje. Al heel wat jaren verzorgen Peer Rombouts en Piet Gijsbers de aankleding van de tentoonstelling en het showgedeelte van de BEC. “Gruwelijk veel werk. We zijn er een week mee bezig. Ik hoop dat de BEC en de SEC eens nadenken over bepaalde vormen van samenwerking. Ik denk dat dat bevorderlijk is voor de liefhebberij, dat kan de kennis en kweek van Europese vogels ten goede komen. Je moet toch aan de toekomst denken?”

 Spanning in schuilhut

De rondgang langs en in de volières van Peer Rombouts kent natuurlijk een einde. Maar hoe! Peer opent de deur van weer een grote volière; dicht beplant en bijna geen vogel goed te zien behalve een koppel brutale zwarte roodstaartjes. Wat zit er in Peer? “Als je nou met je camera in die schuilhut gaat zitten dan komen de vogels vanzelf. Ik zal eerst een paar visjes in de volière vijver doen. Op die tak boven de vijver zullen wel ijsvogels komen. Kijk hier is het nest van de kleine bonte specht van vorig jaar. Ze hebben al weer een nieuw nest gekapt.” Mijn kennis van spechten en spechtenkweek is zeer minimaal. Waar brengen ze hun jongen mee groot, vraag ik deze specialist. “Vorige jaren deden ze dat met spanrupsen. Die vang ik op jong eikenblad. In een uur tijd had ik vorig jaar vier liter.”

Terwijl Peer zijn vrouw Wilma gaat helpen met het oppotten van vijverplanten zit ik in het begin heel ontspannen in een schuilhut in een volière in Steensel. De zwarte roodstaartjes blijven brutaal. De man zit voor de schuilhut op een stapel stenen te zingen. Het porseleinhoentje speurt het beekje af dat door de volière loopt. Ik ben een echte amateur als het er op aan komt vogels te fotograferen. Rechts van de schuilhut laat het porseleinhoen zich voortdurend zien. Als ik mijn gespannen vinger op de ontspanknop van de camera beweeg is …. de watervogel weg…. De ijsvogel verschijnt links. Camera bewogen … ijsvogel weg. De specht laat zich zien … te ver weg. Een tapuit gaat op een paal liggen zonnen … helaas niet te fotograferen vanuit deze positie. Ik krijg het er warm van. ’n Geelgors! Nu al prachtig op kleur. De kampioen van de show van 2010. Helaas, ik ben maar een ongeduldige amateurfotograaf. Moet nog heel veel moet leren. Ik hoor Peer’s voetstappen richting schuilhut. “Is het gelukt om vogels te fotograferen?” Ik zeg “ja” maar denk bij mezelf ‘Wacht maar af Vervest tot je thuis de foto’s op je pc kunt bekijken’. Inderdaad, thuis blijkt dat zeker niet elke foto bruikbaar is. Toch nog maar eens terug in het kweekseizoen. Als dat mag van Peer.

     

 Kluten

Mutant merels

Ijsvogel met visje

Spreeuw wit met rode ogen