Het smelleken een klein, mooi en vrij onbekend vogeltje Basistekst: Vogelbescherming
Aangevuld: Jeu Smeets
Foto’s: Wikimedia
De winter is het seizoen om uit te kijken naar het smelleken (Falco columbarius).
In Groot Brittannië zowel als in Duitsland worden ze “Merlin” genoemd. Een miniatuur slecht- of boomvalk met het formaat van een grote lijster. Het mannetje meet slechts 26 cm. Het vrouwtje is met 33 cm ongeveer zo groot als een torenvalkmannetje. Ze hebben een spanwijdte van 60 tot 65 cm en lijken wel wat op een miniatuur slechtvalk.
Veldkenmerken
Het mannetje met leiblauwe bovendelen, zwarte eindband aan staart en roodbruine, donker gestreepte onderdelen; achterhoofd roestkleurig en geen snorstreep. Het vrouwtje met donkerbruine bovendelen, witachtige, bruin gestreepte onderdelen en krachtig crème en donkerbruin gestreepte staart. De jongen zijn als het vrouwtje maar donkerder met witte vlekken op achterhoofd.
Felle jagers
Zie je ’s winters een kleine roofvogel wendbaar en gehaast vliegen met snelle klapwiekende vleugelslagen, dan heb je mogelijk te maken met een smelleken. Vergissing is misschien mogelijk met een mannetjes sperwer, maar de spitse vleugels en het ontbreken van de sperwerachtige glijvluchten, duiden dus op een smelleken. De kleinste bij ons (in de winter) voorkomende roofvogel, die vooral langs de kust en op heidevelden in hetoosten van het land te zien is. De soort broedt in Scandinavië, Schotland en IJsland, maar onze wintergasten komen vrijwel uitsluitend uit Noorwegen en Zweden. Smellekens zijn felle rovers en jagen dicht bij de grond en met een grote snelheid vooral op zangvogels van het open land, zoals graspieper, veldleeuwerik en vink, maar ze slaan ook grote vogels zoals de lijster. De aantallen overwinterende smellekens in de Lage Landen blijven beperkt tot hooguit enkele honderden. Het smelleken, de kleinste van de valkenfamilie, is in ons land alleen tijdens de trekmaanden en in de winter te zien. Broeden doen ze in lage struiken op de toendra’s, en ook wel op de grond, in noordelijk Europa. Het smelleken trekt mee met zijn prooi: piepers, lijsters en vinken die hij na een korte achtervolging verrast. De beste kansen om een smelleken in Nederland te zien zijn: langs de kust, op de Waddeneilanden en ook op de open heidevelden in het oosten van het land. Vaak wordt er naar Vogelbescherming Nederland of SOVON Vogelonderzoek Nederland gebeld met de mededeling dat er een smelleken in de achtertuin zit die een spreeuw of mus heeft gevangen. Deze waarnemingen hebben zonder uitzondering betrekking op een (jonge) sperwer. Smellekens komen van nature niet in steden en dorpen voor en jonge of mannetjes sperwers wel.
Geluid
In broedgebied een snel, schel, kekkerend “quik-ik-ik-ik”. .
Voorkomen
Plaatselijk vrij algemene en soms schaarse broedvogel in Noord-Europa, de Britse eilanden en IJsland.
Eigen kweek
Op internet heb ik in België een valkenier gevonden die eigen kweek smellekens te koop aanbood en heb hem (met omschrijving waarvoor) om wat meer gegevens gevraagd, maar hij heeft nooit gereageerd. Had hij iets te verbergen
|