Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

      

DE  GELE  KWIKSTAART  IN  NATUUR  EN  IN  VOLIÈRE

Vertaling en bewerking: Jeu Smeets 

In de vrije natuur

De gele kwikstaart is een slanke vogel van  16/17 cm. met een in verhouding lange staart. Hij kent een drietal ondersoorten, die ten opzichte van elkaar kleine kleurverschillen vertonen. In het winterkleed zijn de soorten echter niet van elkaar te onderscheiden. In de zomer zijn de mannetjes getooid in heldere kleuren, terwijl de popjes en ook de jonge vogels veel matter zijn. De in onze regio voorkomende soort wordt de west Europese soort genoemd, terwijl daarnaast de Engelse, Scandinavische en de Balkansoort voorkomen.

Onze gele kwikstaart komt op het Europese vasteland ongeveer voor tot Polen, naar beneden tot de Alpen en westelijk naar Frankrijk, Spanje, Portugal en noordelijk weer tot België en Nederland. In het Nederlandse duingebied zijn echter ook enkele malen tijdens broedperiodes vogels van de Engelse ondersoort waargenomen. Waarschijnlijk verdwaald tijdens de terugtocht of te lui om het water over te vliegen. Of deze vogels zich dan vermengen met de west Europese soort is moeilik vast te stellen omdat de popjes niet te onderscheiden zijn.

De vogel is in ons land een algemene broedvogel. Hij leeft graag in een gebied met vochtige landerijen waar niet veel aan landbouw wordt gedaan,  en in weilanden met vee. Verse koeienvlaaien hebben hun speciale aandacht omdat de hordes vliegen die op de uitwerpselen afkomen, een gemakkelijk te verschalken maaltje zijn.

Moerassig gebied of water in de nabijheid is wel een must voor deze parmantige vogels. Ze rennen en trippelen snel in het rond en af en toe zie je een grappig gefladder wanneer een vliegend insect in de lucht gegrepen wordt. Vliegen doen ze in zeer kenmerkende golvende bewegingen. De zang stelt niet veel voor en bestaat in hoofdzaak uit een aantal lokroepachtige geluiden die snel herhaald worden. De gele kwikstaart is in principe een grondvogel die echter wel graag van een weidepaal of boomstronk gebruik maakt om deze als uitkijkpost te gebruiken en om zijn aanwezigheid duidelijk te maken. Opvallend is wel dat de vogel een bewoner van het vlakke land is. Gebieden die wel aan zijn biotoop voldoen en hoger liggen dan 500 m. boven de zeespiegel, worden absoluut gemeden.

In de broedtijd, die duurt van begin mei tot eind juli, speelt het leven van de kwikstaart zich hoofdzakelijk op de grond af, waar hij ook zijn voedsel moet bemachtigen. Het bestaat voor een groot deel uit vliegen en verder uit slakjes, wormen, rupsen en andere insecten.

Het nest is een stevig bouwsel, goed verstopt tussen de bodemvegetatie in een kuiltje in de grond. Het wordt gebouwd van allerlei plantaardige materialen en gevoerd met veertjes, wol, dierenhaar en ander zacht materiaal. De vijf tot zes geelwitte tot geelbruine eitjes zijn helemaal met spikkeltjes bezet. De broedduur is ongeveer 14 dagen en het popje broedt alleen. De jongen verlaten na ongeveer 12 tot 13 dagen het nest en worden nog geruime tijd door de ouders verzorgd. Er zijn twee broedsels per jaar en het vermoeden bestaat dat het mannetje niet vies is van bigamie.

In september vetrekken ze weer voor een overwintering in centraal Afrika, waarvan ze in april terugkeren. Ondanks het feit dat de vogel een dagtrekker is, is over de route die ze vliegen weinig bekend, temeer omdat de verschillende ondersoorten allemaal een andere route gebruiken. Typisch is ook dat iedere ondersoort een eigen overwinteringgebied in Afrika heeft.  

In de volière

In gevangenschap moeten de vogels paarsgewijs gehouden worden, maar met andere kleine vogelsoorten kunnen ze goed overweg. Het enige wat kan vóórkomen buiten het broedseizoen is dat man en pop elkaar niet verdragen en het daarom het beste is het koppel te scheiden gedurende het winterseizoen. Dat winterseizoen moeten ze wel vorstvrij door kunnen brengen. 

Om met de kwikstaart te kunnen kweken moet de volière aan de volgende voorwaarden voldoen: vrije stukken bodem en links en rechts flinke graspollen, her en der met groepjes bij elkaar gezet en verder een spaarzame beplanting. Een opstaande paal of verhoogde tak is nodig voor de man om zijn zang te laten horen. Verder moet er steeds vers badwater beschikbaar zijn.  

Het popje bouwt meestal tussen de graspollen op de bodem een nest uit diverse plantaardige materialen en zachte spullen, nodig voor de bekleding van de binnenkant. Het is echter ook meermaals voorgekomen dat op geringe hoogte opgehangen nestkorfjes, aangekleed met (kunst) groen, en halfopen nestkasten in gebruik werden genomen.

Het hele jaar door moet een goed universeelvoer aangeboden worden, in de broedtijd aangevuld met pas vervelde meelwormen, pinky’s, buffalowormen, krekels, sprinkhanen en ander weideplankton. In platte waterschalen kunnen ook muggenlarven en watervlooien gegeven worden.

( ….. ) In het vraagprogramma van de ANBvV is de vogel opgenomen met een ringmaat van 2,5 mm. In Duitsland is de aanbevolen ringmaat 2,8 mm. en dat lijkt mij meer bij een vogel van dit formaat passen. Hoewel, de gele kwikstaart heeft dunne loopbeentjes. 

Latijn: Motacilla flava / Familie: Motacillidae 

Engels: Blue-headed Wagtail / Duits: Schafstelze

.