DE REIGER Referenties: Eigen inzicht en ervaring, diverse webpagina’s
Algemeen
Geregeld bezoekt een reiger onze vijver in de tuin. Ik zeg dan gekscherend tegen mijn vrouw:”Je vriend is er weer.” Zo nu en dan weet hij een goudvis te verschalken. Mijn vrouw reageert dan ietwat ontdaan. Mijn opmerking: ”Het beest heeft waarschijnlijk jongen te verzorgen”. Dit valt niet altijd in goede aarde. Ik heb naar aanleiding van het gebeurde wat recherche werk gedaan aangaande de reiger. De meest voorkomende is de blauwe reiger.
De blauwe reiger
De blauwe reiger is een vogel uit de familie reigers Ardeidee. Hij heeft een lengte van 84 tot 102 cm met een spanwijdte van de vleugels van 155 – 175 cm. De bovenkant is grijsachtig blauw. De onderzijde is wit. De snavel is spits recht en stevig. De reiger heeft een lange hals., die tijdens de vlucht ietwat wordt ingetrokken. Op de hals bevinden zich zwarte lengte strepen. Op de kop bevindt zich een brede (wenkbrauw) streep. Achter het hoofd heeft hij enkele zwarte veren.
Voedsel en jacht
Vissen van10 tot 16 cm. vormen de hoofdschotel van het menu. In stedelijke gebieden zoekt de blauwe reiger regelmatig de rand van de tuinvijvers op. Bij liefhebbers van goud – en/of koivissen wordt hij wel als een plaag ervaren. Naast vissen eet de blauwe reiger ook amfibieën (kikkers), reptielen, insecten, wormen, slakken en zelfs jonge vogels. Zelfs kleine zoogdieren zoals mollen, muizen en konijnen. De blauwe reiger is een waadvogel, die voorzichtig door ondiep water schrijdt. Doodstil wacht hij op een naderende prooi. Als hij deze waarneemt schiet de smalle hals razendsnel vooruit. Heel bijzonder is dat hij daarbij blijkbaar rekening houdt met het breken van het licht op het grensvlak lucht en water. In grasland jaagt hij o.a. op muizen, kikkers, sprinkhanen en wormen. Indien u een reiger waarneemt in een weiland dan weet u waar hij waarschijnlijk mee bezig is. Trek Sommige vogels zijn standvogels. Andere verlaten het broedgebied en trekken naar streken met een milder klimaat (Zuid– Europa en Zuid–Afrika). Hij trekt weg van half juli tot diep in de winter. In het voorjaar is de trek omgekeerd van begin maart tot in mei.
Broeden en voortplanting
De blauwe reiger broedt van maart tot in juni. Broedduur ca. 23 tot 28 dagen. Zowel het mannetje als het vrouwtje broeden de eieren uit vanaf het eerste ei. De jongen blijven ca. 50 dagen op het nest. De reiger aan zich is redelijk solitair, maar broedt in grotere of kleinere kolonies. Hoog in de bomen worden de nesten gebouwd. Deze zij vrij groot en plat en bestaan uit takken gevoerd met gras en veertjes. Een enkele keer broedt de reiger in struiken of riet. Meestal heeft de reiger een broedsel per jaar, bestaande uit 3 tot 5 eieren. Deze zijn ongevlekt en blauwgroen zonder glans. Afmetingen ca. 60 bij 43 mm.
De blauwe reiger en de mens
Vroeger, en nu ook soms, leefden de reiger en de mens op gespannen voet met elkaar. Er bestond rivaliteit tussen de vogels en de beroepsvissers. Verder heeft de vogel de vervelende gewoonte om met zijn uitwerpselen de bomen wit te kalken, bladerloos te maken en de grond te besmeuren. Ook ontstaat er de nodige stank van over de nestrand gevallen visresten etc. Vroeger werden de koloniën vaak verstoord door stroperijen. De reiger werd in die periode veel gegeten. Geen wonder dat ze in deze periode redelijk schuw waren. Vanaf 1963 is de reiger in Nederland volledig beschermd. Dit heeft tot een redelijke aanpassing aan de mens geleid. Vandaar steeds vaker het bezoek aan de tuinvijvers. Als laatste een opname van een zilverreiger. Een familielid van de blauwe reiger. Deze opname heb ik gemaakt bij een vijver aan de Schinveldse bossen alhier. Dat zijn ook momenten waar ik naar een fototoestel verlang met meer mogelijkheden.
J v Overmeeren Landgraaf : 045 – 5314427 E – mail : mietenjan@home.nl
|