Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

 

DE KRAANVOGEL door J. van Overmeeren  
Bron: Eigen inzicht en ervaring L.D. (Limburgs Dagblad) Internet


Kraanvogels trekken over Limburg

Dit was de kop van een krantenartikel uit het Limburgs Dagblad van 7 maart jongstleden. Het artikel doet melding van duizenden kraanvogels, die o.a. over Limburg naar hun broedplaatsen in Noorden Oost Europa trokken. Een spectaculair kijkfestijn voor menige fanatieke vogelaar. (zie onderstaande opname) De kraanvogels brengen de winter door vooral in Spanje en Noord-Afrika. Tegen het voorjaar vliegen ze terug naar het Noorden. Het gros van de dieren trekt doorgaans over Frankrijk, Duitsland of Oost- Europa. Maar bij een gunstige oostelijke windrichting kun je ook in Nederland genieten van overtrekkende kraanvogels. In Nederland zijn vanaf 2001 broedende paren waargenomen in het Focheloërveen. Dit is een natuurgebied in Friesland in de buurt van Assen. Verder ook in het Dwingelderveld, een natuurgebied in zuid-west Drente. Maandag 4 Maart hebben mijn vrouw en ik een tiental groepen waargenomen. Iedere groep bestond uit wel honderd vogels. De trek van de trompetterende kraanvogels, heeft voor mij een bepaalde betekenis. Tenminste als ik hem waarneem. In Augustus – September vertrekken ze naar hun overwinteringgebieden. Voor mij duidelijk de aankondiging van de herfst. In het voorjaar waargenomen, dan is het andersom. Hoewel op dit moment (10 Maart) de weerberichten er niet naar zijn, weet ik: de lente komt eraan. Met gevolg ook de eigen vogelkweek.

DE KRAANVOGEL Algemeen

De kraanvogel familie bestaat uit 15 soorten. De soort die wij hier zien overvliegen noemen we de Europese- of Euraziatische kraanvogel. Het is een vogel die broedt in hoogveen moerassen en hier vooral als doortrekker wordt waargenomen. Op de eerder vermelde plekken zijn vanaf 2001 ook broedplaatsen in Nederland.

 Veldkenmerken

Een kraanvogel is ca. 114 tot 130 cm lang. Groter dan de ooievaar. Hij heeft een spanwijdte van 2 tot 2,3 meter, hierdoor heeft de vlucht een majestueuze aanblik. Het verenkleed is overwegend licht blauwgrijs, met op de rug roestkleurige vlekken. De achterkant van de kop is wit terwijl de keel zwart is. Ook boven op de kop bevindt zich een zwart gedeelte met een donker rode kruin. (zie opname hiernaast)

 Voedsel

Kraanvogels zijn alleseters. In hun winterverblijf eten ze voornamelijk dierlijk voedsel (insecten, wormen en amfibieën). Tijdens de doortrek landen ze wel eens in akkergebieden en eten aldaar o.a. maïskorrels, granen en aardappels.

Verspreiding

De kraanvogels broeden hoofdzakelijk in het Noorden en Oosten van Europa. In het verleden, twee- tot driehonderd jaar geleden, kwam de kraanvogel in grotere getallen in Nederland voor. Maar door de toenemende bebouwing en ontginning blijven er weinig plaatsen over waar de vogel zich prettig voelt. Een bekende Europese rustplaats voor de kraanvogels tijdens de doortrek is het gebied rond Lac du Der - Chantecoq in het Noorden van Frankrijk. Alvorens in groepjes en paren door te trekken naar hun broedplaatsen verzamelen zich in het voorjaar duizenden kraanvogels bij het Hornborga meer in zuid Zweden.

Gedrag en voortplanting

De kraanvogels zijn actieve vogels, die opvallen door hun balts en dans waarbij ze zelf luidruchtig roepen. Wanneer in het voorjaar de ouderen in hun broeddrift komen is hun dans bijzonder mooi. Midden in een moeilijk bereikbaar moeras maakt een kraanvogelechtpaar een nest in een graspol. Meestal is er slechts één jong. Lang voor het kan vliegen verlaat het jong het nest. Dit om roofdieren zoveel mogelijk te ontlopen. In de beschutting van een bos lopen de ouderen met het jong rond en daar wordt het ook bijgevoerd. Net zo lang totdat het zelf in staat is eten te vinden en kan vliegen.

Bedreigingen

Oorzaken van het terug lopen van het aantal kraanvogels zijn de eerder genoemde bebouwingen en ontginningen. Maar ook het feit dat er in Zuid-Europa en Noord-Afrika nog (te) vaak op ze geschoten wordt.