Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

   

DE  ZWARTKOP  (Silvia atricipella)                       door Lou Megens

 

De ons bekende zwartkop wordt door sommigen aangeduid als zwartkop-tuinfluiter. Dit is m.i. niet correct! Daarmee bedoel ik te zeggen dat er zwartkoppen (S. atricipella) zijn en dat er tuinfluiters (S. borin) zijn. Een combinatienaam maakt het er niet duidelijker op. De zwartkop behoort tot de familie van de grasmussen (Silvia soorten). De meest bekende soorten hiervan zijn:

Grasmus                    (Silvia communis)

Tuinfluiter                  (Silvia borin)

Braamsluiper             (Silvia eurruca)

Zwartkop                    (Silvia atricipella)

Sperwergrasmus        (Silvia nisoria)

Orpheusgrasmus       (Silvia hortensis)

Kleine Zwartkop        (Silvia mustacea) 

De vogels zijn lichtgrijs aan de onderzijde, donkerder aan de bovenzijde. De vogel heeft zacht aandoende, bijna zijdeachtig lijkende bevedering, grote bruine ogen en een klein kuifje, wat bij verbazing of opwinding wordt opgezet. Beide geslachten zijn goed herkenbaar: de man heeft een zwart petje en de pop een chocoladebruin petje. De jongen evenwel zijn gekleed als de pop. Zij hebben tót de eerste rui ook een bruin petje. 

De zwartkop is een insecteneter, die in het najaar graag bessen verschalkt. Hij is verzot op de vlierbes, waardoor zijn ontlasting volledig paars kleurt. De vogels trekken weg in de winter, naar warmere oorden, maar vanuit noordelijke en oostelijke streken komen de zwartkoppen nog laat in Nederland op doortrek. Mede door de klimaatverandering (?), waardoor we nauwelijks nog strenge winters hebben, is het al lang geen zeldzaamheid meer om hartje winter nog zwartkoppen waar te nemen in Nederland. 

Het nest kunnen we vinden in open loof- of gemengde bosgebieden, met struikachtige onderbegroeiing of in gebieden met grote heesters, in struikgewas, heggen, tuinen en boomgaarden, parken en begraafplaatsen. Het nest is een klein en compact komvormig bouwsel, van droog gras en wortels gemaakt. De bekleding is van fijn gras, wortels en haar. We vinden het meestal in een lage struik of op een lage boomtak. Er zijn meestal vijf (4-6) eieren, zeer verschillend wit of geelbruin, olijf of roze getint, gespikkeld en gevlekt met donkerder tinten. Beide geslachten broeden, wat 12 tot 14 dagen in beslag neemt. Daarna blijven de jongen nog 10-14 dagen in het nest. 

Als cultuurvogel is de zwartkop zeer geschikt. Helaas echter worden nog veel mannetjes solitair gehouden, puur voor de zang. Het is echter een prachtig gezicht om gedurende het jaar een koppel zwartkoppen gade te slaan in de volière. Bij voldoende ruimte zijn de vogels erg rustig en kunnen we volop genieten van de prachtige zang van de man. Naast de klaterende zang vol reinheid en frisheid, is er ook een zacht, wat onvertaalbaar geprevel vooraf; het zou  een privéconcert voor de verzorger kunnen zijn. De vogels zoeken nestgelegenheid in een struik of den of klimop, waarna het broedsel zonder al te veel problemen wordt grootgebracht. Mijn ervaring hiermee is: hoe meer ruimte des te minder problemen.

Ook een kunstmatig aangebrachte nestgelegenheid (tralie nestkastje) wordt wel gebruikt maar dan moet het wel beschut liggen en uit het directe zicht. Als nestmateriaal geef ik kokosvezel, sisaltouw en plantenwortels (een oud merelnest uitpluizen geeft volop nestmateriaal). In het verleden gaf ik ook wel paardenhaar als stoffering, maar daar heb ik slechte ervaringen mee opgedaan. De vogels kunnen hierin namelijk met hun poten verdraaid raken, zodat deze worden afgebonden. Ook komt het voor dat jonge vogels tijdens het sperren per ongeluk een haar naar binnen werken, dat vervolgens bij iedere voederbeurt wat verder naar binnen schuift. Het einde laat zich raden … 

De vogels zijn winterhard en ik laat ze reeds vele jaren ’s winters in de buitenvolière waarbij alleen de voorzijde afgeschermd is met plastic tegen al te koude wind en regen. Als voer geef ik eigengemaakt eivoer, in het broedseizoen aangevuld met pinkies, buffalo’s en meelwormen. In de herfst en winter geef ik regelmatig vlierbessen ter aanvulling. De zwartkop is een geweldige zanger en een rustige cultuurvogel, een mooie aanwinst voor onze cultuur avifauna. Probeert u het maar eens!