Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

  ALARM OM DE KUIFLEEUWERIK IN NEDERLAND door Jeu Smeets

Vogelbescherming en Internet brengen het grote nieuws: de laatste twee kuifleeuweriken in Nederland zitten in Venlo. Compleet met een gefotografeerd koppel van deze opvallende vogel. Op de achtergrond is een enorm vrachtwagenwiel te zien. De foto is onscherp en vanaf grote afstand genomen. Hij was te slecht om hier te publiceren. Dit gaat mij als Venlonaar natuurlijk aan het hart, want ik ken de locatie goed. Maar ik ben er trots op dat dit laatste Nederlandse koppeltje de gemeente Venlo (stadsdeel Blerick) heeft uitgekozen om er een gezinnetje te stichten.

In een bericht, op 8 februari 2011 uitgegeven door Sovon, vraagt men zich af of dit echt de laatste twee kuifleeuweriken zijn, waarvan men zelfs niet weet of het een koppel is. Het is triest dat er in rap tempo weer een broedvogel in Nederland zo goed als uitgestorven is; nog maar enkele decennia geleden stond de kuifleeuwerik als een algemene broedvogel te boek. Rond 1950 nog scharrelden diverse paartjes hun kostje bij elkaar rond de boerderij van mijn ouders. Het leefgebied van deze vogels bestaat in hoofdzaak uit een kale, warmere, zandige bodem met weinig begroeiing zoals landwegen, straatranden en duinen. Ook droge grasvlakten, industrieterreinen en sportplaatsen waren hun domein. Rond de badplaatsen langs de kust waren ze eveneens in grote getale aanwezig.

In de beginjaren van de 19e eeuw zijn de leeuweriken in ons land gekomen. Het verhaal gaat dat ze begin 1800 de legers van Napoleon achterna gingen. De stoffige zandwegen die ze achterlieten bevatten veel paardenpoep en die was doorspekt met haverresten en insecten. In ieder geval hadden de vogels in korte tijd heel Nederland veroverd en ze voelden zich in stadsranden, in binnensteden en duinen goed thuis. Niet alleen Nederland maar geheel Europa werd door deze vogels, afkomstig van de droge Aziatische steppen via zuid Europa, gekoloniseerd. Men vermoedde dat er wel tienduizend broedparen waren aan het begin van de 20e eeuw. Wanneer zich precies de achteruitgang in aantallen heeft ingezet is niet duidelijk, maar vermoed wordt dat rond 1960 al de helft verdwenen was. En dat terwijl de leeuwerik een pure standvogel is en het op trek gaan niet in zijn genen zit. Overigens is het niet alleen in Nederland, maar in heel noordwest Europa, dat ze aan het verdwijnen zijn en vrijwel zonder uitzondering het eerst in de agrarische gebieden, omdat daar niet meer zoals vroeger braakliggende terreinen voorkomen. Daarna volgden de stadsranden die door bebouwing verdwenen.

De kuifleeuwerik is qua kleur geen opvallende vogel. Het is alleen zijn verenkuif die hem opvallend maakt, meestal spits rechtop gedragen en iets donkerder. De vogel is enigszins vaalbruin met een duidelijk streeppatroon op de flanken en onduidelijker op andere lichaamsdelen. De onderkant is vuilwit met een beige waas overgoten. Toch is deze 17 cm. grote vogel alleszins aantrekkelijk omdat hij niet schuw is naar de mensen toe en dicht te benaderen is, waardoor ook zijn parmantig gedrag goed is te bewonderen. Hij heeft een begaafde stem waarmee hij lieflijke deuntjes kan produceren maar waarmee hij ook andere vogels goed kan imiteren. De snavel is bij de mannetjes vrij lang en nog iets langer dan die van de popjes. Ook schijnt de man iets forser te zijn; het vrouwtje is over het algemeen iets lichter van kleur. De borststrepen bij de pop zijn donkerder en duidelijker afgetekend. In grote trekken leeft de vogel van diverse onkruid- en graszaden die de schaarse begroeiing oplevert en links en rechts pakt hij nog wat insecten en larven mee.

In gevangenschap blijkt de kuifleeuwerik ook goed te gedijen en tot broeden over te gaan. Na lang zoeken kom je wel broedverslagen tegen maar niet algemeen. In grote trekken komt het erop neer dat er een ruime en droge volière beschikbaar moet zijn met een zandige, weinig begroeide bodem en uitgerust met wat grotere stenen en graspollen en een stukje teelaarde of potgrond. In het hogere gebied van de volière moeten wat zitgelegenheden van takken en twijgen aangebracht worden. Hier kunnen de vogels het hele jaar door in gehouden worden. Over de mogelijkheid om kuifleeuweriken in gezelschap van andere vogels te houden kom ik niets tegen, maar het lijkt mij niet onmogelijk omdat ik ook niets heb kunnen vinden over agressief gedrag. Het popje maakt met pootjes en snavel een kuiltje in de grond dat, gevuld met allerlei halmen en droge grassen, omgevormd wordt tot een keurig nest. Hierin worden 3-5 eieren gelegd die in ± 13 dagen alleen door het popje uitgebroed worden. De jongen verlaten al na 11 dagen het nest en worden verder door de ouders verzorgd. Met 20 dagen kunnen ze voluit vliegen en ze zijn daarna in korte tijd zelfstandig. Het voedsel kan bestaan uit diverse graansoorten, onkruidzaden, kruiden met zaad en bladgroen, aangevuld met een goed universeelvoer. Als levend voer kan het hele gebruikelijke palet van meelwormen, pinkies, buffalo’s, sprinkhanen en krekels aangeboden worden. Voor het grootbrengen van de jongen is veel levend voer vereist. Ook wordt aangeraden dit voer met een goed vitamine- en mineralenpreparaat te bestuiven. De kuifleeuwerik staat in het vraagprogramma van alle bonden met een verplichte ringmaat van 3,4 mm.

Wetensch. Naam:Galerida cristata. Duits: Haubenlerche / Engels: Crested Lark.

Verder zijn er ruim 30 ondersoorten bekend in het enorme verspreidingsgebied dat geheel Europa omvat (behalve het hoge noorden) en een groot deel van de droge Aziatische steppen.