Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

GRAUWE GORS BROEDT WEER IN ONS LAND

Na minstens twintig jaar afwezigheid broeden er weer enkele grauwe gors paren(Duits: Grauammer, Lat:Miliaria calandra, maar ook Emberiza calandra) in ons land.

De terugkeer lijkt voor een belangrijk deel te danken aan de maatregelen ter bescherming van akkervogels. Vooral 'winterveldjes' (stukjes met diverse granen die niet geoogst worden) helpen de grauwe gors. In de akkerbouwgebieden van Oost-Groningen zijn dit jaar tenminste 7 broedgevallen vastgesteld. Daarnaast heeft er een paartje gebroed in Gelderland en één in Zuid- Limburg. De Groningse gorzen werden ontdekt door vrijwilligers van de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief, tijdens hun akkervogel beschermingswerk. "Naast de zeven nesten die we hebben gezien hebben er vrijwel zeker nog meer gorzen in dit gebied gebroed", zegt de woordvoerder van de werkgroep. Enige wetenswaardigheden over deze vogel zijn: de grauwe gors is een vogel met een lengte van 17 tot 19 cm. en dus niet echt klein te noemen. Het is een vrij forse en gedrongen, maar toch sierlijke vogel.

Het gemiddelde gewicht is 40 tot 55 gram. Deze soort onderscheidt zich van alle andere gorzensoorten doordat de geslachten volkomen identiek van kleur zijn. Het mannetje is echter groter en weegt tot 20 % meer dan zijn eega. Deze gors is een bewoner van halfopen landschappen met her en der wat bomen en open land waar voldoende granen en gras- en onkruidzaden te vinden zijn, want dat is in hoofdzaak hun voedsel. Om hun jongen groot te krijgen wisselen ze diverse zaden af met behoorlijk wat insecten. Het nest van de grauwe gors bevindt zich meestal op de grond, maar wordt soms ook in een lage struik gebouwd. De nestbouw en broedzorg wordt bijna alleen gedaan door de vrouwelijke helft, waarbij aangetekend moet worden dat manlief zich ook om de jongen gaat bekommeren als ze een paar weken oud zijn. Bij gunstige weersomstandigheden brengen ze twee nesten met gemiddeld vier jongen groot. De vogels hebben een grijsbruin (grauw) verenkleed met een donkere bestreping. De onderzijde is lichter van kleur en bedekt met fijnere streepjes dan de bovenzijde. Door het onopvallende verenkleed is de grauwe gors het beste te herkennen aan de zang. De zang begint met een aantal korte tonen en gaat dan over in een snelle opeenvolging van nog kortere tonen met een variabele toonhoogte. Een rinkelend geluid. Het verspreidingsgebied is nagenoeg geheel Europa, m.u.v. IJsland, Zweden en Noorwegen. Ze komen nergens massaal voor en blijven in de winter graag rondhangen in het broedgebied mits daar voldoende zaden te vinden zijn. Door de achteruitgang in de aantallen tijdens de laatste decennia is de grauwe gors op de rode lijst van bedreigde soorten terecht gekomen. Toch lopen de schattingen van teruglopende aantallen enorm uit elkaar en zijn niet echt betrouwbaar en er wordt gegokt op een efficiëntere landbouw en bestrijding van onkruid in het algemeen. Het volièregedrag van de vogels wordt als  vreedzaam en gezellig omschreven buiten het broedseizoen. In de broedtijd kunnen ze wel, paarsgewijs, met andere vogels samen gehouden, maar niet met soortgenoten of andere gorzen. Ze maken erg veel werk van hun eigen territorium. 
Een enigszins  beschutte volière moet ruim zijn met enig struikgewas en een verhoogde zitplaats vanwaar de man zijn zang kan voordragen. Een grasachtige bodem met graspollen en biezen, om het nest tussen te bouwen, zal hun welzijn bevorderen. Het legsel van gemiddeld vier eieren wordt in ongeveer 13 dagen uitgebroed, waarna de jongen in tien tot twaalf dagen het nest verlaten, die daarna nog twee weken door de oude vogels verzorgd worden. Goed universeelvoer, aangevuld met een goed wildzangzaad met toegevoegde granen en miletsoorten vormen hun menu, terwijl ze graag wat verse kruiden uit de natuur lusten. De grauwe gors staat in het vraagprogramma van de vogelsportbonden voor de tentoonstellingen.
Ze moeten wel van een ring voor beschermde vogels voorzien zijn met een grootte van 3,2 mm. Jammer genoeg heb ik nergens een goed  kweekverslag van deze gors kunnen vinden, maar dat er mee gekweekt is mag duidelijk zijn.

Tekst vertaald en verzameld via internet

door Jeu Smeets. Foto’s: AZ Vogelzucht.de