Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

 

De gekraagde roodstaart
(Phoenicurus phoenicurus)     
Door Jeu Smeets

Deze lieflijk aandoende, fraaie zomergast van ± 14 cm lengte is een vrij algemene broedvogel in onze gebieden. Toch heeft het er alle schijn van dat de laatste jaren de aantallen behoorlijk afnemen. Daarom hebben de natuurbeschermingsbond Duitsland (NABU) en de landsbond voor vogelbescherming Beieren (LBV) gezamenlijk besloten deze vogel tot vogel van het jaar 2011 te kiezen.

De gekraagde roodstaart is een mooie, vrij hoog op de pootjes staande actieve vogel die buigende bewegingen maakt en costand met zijn staart wipt. Zijn leefgebied is zeer ruim en het omvat alle gematigde gebieden in Europa en Azië en een flink deel van noordwest Afrika. In ons land en ook nog in noordelijke gebieden,  zijn het zomergasten die in de koudeperiode gaan vertrekken om een vorstvrij overwinteringsgebied te gaan zoeken in Afrika. In april zijn ze weer terug om begin mei met broeden te beginnen. Dit duurt tot eind juli en in die tijd brengen ze twee nesten met jongen groot. Het leefgebied  van de gekraagde roodstaart is halfopen bos, tuinen, parken, boomgaarden met een ouder bomenbestand, wijnbergen enz. in de oude grove dennenbossen op de Veluwe, in Twente en de Achterhoek komt de gekraagde roodstaart in Nederland het meeste voor als broedvogel.

Als voedsel komen in hoofdzaak in aanmerking diverse insecten en hun larven, ongewerveld spul, a.o. pissebedden , kleine kevertjes en wat er nog meer rondkruipt. Maar ook vliegende insecten en diverse bessensoorten zijn een lekkernij.

De gekraagde roodstaart verdedigt zijn territorium als het gaat om soorgenoten of hun naaste familieleden. Andere vogels accepteren ze volledig  en er zullen dan ook in de nabijheid van het nest geen spanningen plaats vinden. Als nestplaats zoekt hij graag naar knoestige bomen met grotere gaten of schuilmogelijkheden tussen de takken. Het moet wel een vrij ruime plaats zijn want de vogels bouwen vrij omvangrijke nesten die de man ook vaak als baltsplaats gebruikt. De nesten worden gebouwd van grassprieten, mos en dieverse soorten dierharen. Nestkastjes worden ook wel eens gebruikt, maar niet als die alleen de traditionele ronde opening hebben. Een rafelige opening die bijvoorbeeld een specht heeft zitten hakken, wordt geaccepteerd. Er zijn ook nestkasten voor deze vogels in de handel, maar die hebben dan een ovaal invlieggat dat groot genoeg is voor het baltsgedrag van de man. In het nest worden dan gemiddeld 6 à 7 lichtblauwe eitjes gelegd die in 12 dagen worden uitgebroed. De jongen vliegen al uit als ze 14 dagen oud zijn en worden dan nog een korte tijd door de ouders gevoerd. De jongen hebben een vrij egaal grijsachtige kleur, voorzien van kleine stipjes en de staart toont al de aanzet van het volwassen rood. In Nederland komen naar schatting ruim 30.000 broedparen voor. Op de Groote Heide  in Venlo (mijn terrein) staat nabij het infocentrum van het Limburgs landschap een grote stenen tafel waar veel hondenliefhebbers hun dieren opzetten om ze te kammen en te borstelen en daar zijn natuurlijk veel hondenharen te vinden. Het is daar een komen en gaan van de gekraagde roodstaarten (maar ook van andere vogels) bij aanvang van het broedseizoen. Daar halen ze hun “bouwmaterialen”. Gekraagde roodstaarten staan niet te boek als bedreigde soort ondanks het feit dat de aantallen de laatste jaren afgenomen zijn.

Kweken in gevangenschap is met de gekraagde roodstaart al vele malen gelukt, al moet er bij worden vermeld dat dit niet te doen is voor onervaren kwekers. Buiten het broedseizoen kunnen de vogels niet met soortgenoten of als paar, c.q. andere roodstaart en vliegenvangersoorten, tezamen gehouden worden, omdat ze dan absoluut onverdraagzaam zijn onder elkaar. Tegenover andere vogelsoorten zijn ze vredelievend. Ze zijn zeer rustig en verbazen de toeschouwer door hun elegant gedrag met hun knikken en staartwippen. Het is dan ook zeer moeilijk een paar samen te stellen. Als men een paar in gedachten heeft, dan moet men dat in het voorjaar langzaam aan elkaar gewend laten raken in twee naast elkaar gelegen ruimtes met tussengaas. Eerst wanneer duidelijk is dat man en pop toenadering tot elkaar zoeken, kan men het erop wagen ze bij elkaar te zetten, tot het duidelijk is dat ze zich harmonisch verhouden. Men moet er dan voor zorgen dat er enkele verschillende typen nestmogelijkheden beschikbaar zijn zodat er vrije keus is. Iedere nestgelegenheid moet echter een dusdanige ingang hebben dat vooral de man, hoog op de benen staand, rechtstandig het nest in kan. Een goed beplante volière met aangrenzende beschermde ruimte is het meest optimale onderkomen, want in herfst en winter moet minimaal een vorstvrije ruimte ter beschikking staan.

Als voedsel kan door het jaar heen een goed universeelvoer, aangevuld met diverse bessensoorten dienen,  dat in herfst en winter spaarzaam aangevuld wordt met levend voer of pinky’s.  tijdens het broedseizoen en geduurende het grootbrengen van de jongen moet levend (c.q. diepvries) voer onbeperkt etr beschikking staan. Hierbij moet men denken aan meelwormen, buffalo’s, pinky’s, fruitvliegjes, kleine krekels of miereneieren. Weideplankton wordt door de gekraagde roodstaart duidelijk als een welkome afwisseling op het menu beschouwd. De speciale ringen voor Europese vogelsoorten moeten 2,5 mm zijn.

Engels: Redstart / Duits: Gartenrotschwanz