DE KWEEK door Jan van Overmeeren
Algemeen
De kweek is voor mij de belangrijkste gebeurtenis van het jaar.
De periode strekt zich in mijn geval uit - ik kweek major putters - van april tot ongeveer half augustus, maar met de jeugdrui meegerekend duurt het seizoen veel langer. Eigenlijk is het iets waar ik het hele jaar op een alerte manier mee bezig ben.
Hoe komt men tot goede kweekresultaten?
Vogels kweken is soms moeilijk, vogels gezond houden is nog moeilijker. Met gezonde vogels is het makkelijker een goed resultaat te behalen.
Voeding is naar mijn mening heel belangrijk om vogels gezond te houden. In het boekje “Vogelziekten voorkomen en genezen” door Cor Stork, staat met hoofdletters geschreven: EIWITGEBREK IS EEN VAN DE VOORNAAMSTE OORZAKEN VAN DE STERFTE VAN VOGELS IN DE VOLIÈRE.
Eiwitten
Eiwitten bestaan uit aminozuren. De spijsvertering breekt de eiwitten af tot individuele aminozuren. Hiervan zijn er een 25-tal bekend.
Sommige eiwitten worden door het lichaam aangemaakt, andere moeten uit de voeding gehaald worden. In sommige zaden (denk aan witzaad, raapzaad, millet, nigerzaad en hennep) zit een redelijk percentage eiwitten.
Worden nu de zaden circa 10 min. gekookt, dan worden de eiwitten (animozuren) in kleinere stukjes verdeeld, waardoor ze makkelijker in het bloed opgenomen kunnen worden om daar waar nodig (bijvoorbeeld voor spieren) als bouwstof gebruikt te worden. Geregeld gekookt zaad geven is goed voor de vogels. Zaad geven dat op de juiste manier gekiemd is, is nog beter omdat dit ook nog de nodige vitamines bevat. Ik verwijs dienaangaande ook naar mijn verhaal over gekiemd zaad op www.bec-info.com alsmede naar BEC- info nr.3 / 2006.
In de kweekperiode geef ik dagelijks gekookt en gekiemd zaad, dit laatste door het eivoer gemengd. Een ander voordeel van deze zaden is het hogere vochtpercentage. Hiervan profiteren zeker de vogels die nog door hun ouders gevoerd worden.
Volgens Cor Stork is het benodigde eiwitpercentage voor de vogels normaal circa 12%. In de ruitijd circa 14% en gedurende de kweek 18 - 20%.
De eiwitten uit de zaden zijn plantaardige eiwitten en ze zijn ietwat eenzijdig, mede omdat ze niet alle noodzakelijke aminozuren bevatten. Aanvulling met eivoer, waaronder dierlijke eiwitten, is noodzakelijk. Hoeveel dat hangt af van de behoefte. In de kweekperiode geef ik dagelijks eivoer, de rest van het jaar minder. In januari bijvoorbeeld geef ik het 1 à 2x / week. Verder in de tijd geef ik het meermalen per week. De kweek begint bij mij reeds in de winterperiode.
Eivoer bestaat bij mij uit 50% basiseivoer en 50% Orlux eivoer voor cultuurvogels met als toevoegingen Megabactin, Cometaves, Probezyme, Cristocal en Megabactol. Het geheel mengen, vochtig maken, kiemzaad en pinky’s toevoegen. Ik doe dit al jaren en het resultaat mag er zijn.
Oregano-olie is olie die gewonnen wordt uit (wilde) marjolein. Volgens recente informatie is het een probaat natuurproduct om mee te bakken. Zelfs na verhitting blijft het product werkzaam tegen de salmonella en de E-collie bacteriën. Mogelijk iets om onder het eivoer te doen. Het proberen waard in 2008!
Daarnaast maak ik van kippeneieren puur roerei. Verhit het inwendige van de eieren in een pannetje op een zacht pitje en roer langzaam met een houten lepel. Vervolgens af laten koelen. Naast de pinky’s is dit iets wat de major putters als eerste aan hun jongen voeren.
Verse zaden van (on)kruiden
Gekiemd zaad vind ik een redelijk alternatief voor verse (on)kruidzaden. Ik gebruik ze wel, maar sporadisch. Het is afhankelijk van wat ik hier in de natuur vind. Alleen indien voorradig geef ik, vrijwel onbeperkt, paardebloemknoppen vol met zaad. De paardebloem heeft een hoog eiwitgehalte en bevat veel vitamines. Ook geef ik wekelijks mariadistelzaad, meestal gekookt. Dit bevat veel werkzame stoffen die een beschermende werking op de lever hebben.
Degenen die geregeld verse (on)kruidzaden voeren wil ik een riem onder het hart steken met een citaat uit het boek “Kijk op vitamines en mineralen” door Leonard Mervyn:
De natuur voorzag in haar wijsheid de levende wezens van alle benodigde vitamines en mineralen: van die voedingsstoffen welke in geringe hoeveelheden in het voedsel voor de gezondheid en voor het leven zelf onontbeerlijk zijn. De mens richtte zich evenwel in zijn arrogantie en met eigen opvattingen op de rationele productie van voedsel en zag daarbij in veel gevallen de bedoelingen van de natuur over het hoofd.
Waarmee de schrijver alleen maar bedoelt te zeggen hoe belangrijk producten uit de natuur kunnen zijn.
Groenvoer
Wekelijks geef ik iets boerenkool, witlof en nog wat. Maar indien voorradig: dagelijks gesneden molsla. Dit is het groen van de paardebloem.
Preventie tegen ziekten
Het ontstaan van bacteriën, schimmels en protozoën en daaraan gekoppelde ziekten, wordt in de hand gewerkt door de samenwerking van drie dingen: vocht, temperatuur en zuurstof. Ontbreekt er een, dan wordt het ontstaan bemoeilijkt. Temperatuur is iets wat meestal door de omgeving bepaald wordt, zuurstof is het belangrijkste element om in leven te blijven. Blijft over: vocht. Zorg ervoor dat de vogelruimten droog zijn. Bijvoorbeeld beton op de grond en houtsnippers etc. Let speciaal op de plekken van de drinkflessen en badjes. De gebruikte drinkflesjes en zaadbakjes komen bij mij om de 14 dagen (in de zomer wekelijks) in een afsluitbare emmer met warm water en chloor te staan. Na enkele dagen worden ze gereinigd.
In het badwater doe ik meestal een scheutje eucalyptusolie. Dit heeft o.a. een positief effect op de luchtwegen.
Eivoer in ruime liefst aardewerken schalen, zodat het niet gaat schimmelen.
Preventief medicijnen geven tegen ziekten is m.i. onzin. Toch heb ikzelf jarenlang 3 à 4 dagen per week EsB3 gegeven met goed resultaat. Aarzelend ben ik daarvan afgestapt. In 2007 heb ik om de 6 weken gekuurd met EsB3 of Baycox. Er was geen verschil met voorgaande jaren. Wel geef ik tegenwoordig regelmatig combimix om het water aan te zuren. Indien voorradig geef ik wekelijks walnoten. Ook voor de mens aan te bevelen. Ze bieden een betere bescherming tegen hart- en vaatziekten dan b.v. olijfolie. Snijd ze doormidden met een mes of breek ze open met een notenkraker. Voer dit zo aan de putters. Binnen een dag zijn de schalen leeggegeten.
Observeren
Voor mij heel belangrijk: het dagelijks observeren van de vogels. Ik ben met pensioen en kan dus gemakkelijk regelmatig langs de vogels lopen. Waar let ik dan zoal op?
Zitten de vogels goed in hun veren? Hebben ze geen zieke ogen? Is er een dunne vergroeiing van de teennagels? Bestaat er verschil tussen de groei van onder- of bovensnavel? Nemen de vogels geregeld een bad? (Een vogel die een bad neemt, hoeft niet gezond te zijn; een vogel die géén bad neemt is niet gezond!)
Zijn de vogels beweeglijk? Fluiten de mannetjes? Rusten ze niet met het borstbeen op de stok? Zitten één of meerdere vogels apart van de groep? Zitten één of meerdere vogels constant op de voerbak? Onder de zitplaatsen voor overdag moet de mest egaal verdeeld zijn. Onder de zitplaatsen voor de nacht moet de mest op één plek liggen. Is dit niet het geval dan duidt dit op onrust gedurende de nacht (bijv. mijten).
Af en toe moet men de vogels “blazen” en controleren of ze niet teveel lever- of darmverdikkingen vertonen en in welke kleur.
Hoe ziet de mest eruit? Normaal is dit een taps toelopende substantie met aan het uiteinde aangedikte urine die wit van kleur is. Zit er zwart bloed bij, dan kan dit wijzen op een aandoening aan het begin van de darmen. Zit er rood bloed bij dan kan dit wijzen op een aandoening aan het eind van de darmen.
Ziet de ontlasting eruit als een plasje melk of is deze groenachtig van kleur?
Allemaal verschijnselen die erop wijzen dat er iets mis is.
Ga eens naar Internet, tik Google in, daarna Vogelziekten en verbaas u!
Zorg dat u enkele maanden voor de kweek een beeld hebt van de situatie; er kan soms nog ingegrepen worden met medicijnen via de dierenarts.
Kort voor het begin van de kweek vang ik de puttermannen uit en ik zet ze in een apart kooitje voor het broedhok, waarin ze uiteindelijk ook terecht komen.
Gedurende een week bekijk ik, als de overige zaken oké zijn bevonden, de ontlasting en ik vang deze eventueel op voor een analyse.
De mannen (indien oké) gaan in de broedhokken. Dezelfde procedure houd ik aan met de poppen. Indien ze in orde zijn, komen ze bij de mannen nadat deze al circa 10 dagen in het broedhok zitten. Blijkt er o.a. met de mestanalyse iets niet in orde te zijn, dan wordt met de betreffende vogel(s) niet gekweekt. Let ook op eventuele kweekresultaten van vogels uit voorgaande jaren. Kweek niet verder met zogenaamd gezonde vogels, die het niet goed deden. Gelukkig komt dit bij mij zelden voor.
Ziekten
Dit is een apart hoofdstuk. Zie hiervoor o.a. de internetpagina van BEC en gebruik o.a. het zoekprogramma van Google om ziekten op te sporen en te begrijpen. Raadpleeg eventueel de dierenarts.
Samenvatting
1) Zorg voor een goede voeding met o.a. de juiste – en de juiste hoeveelheid – eiwitten.
2) Houd de broedhokken droog.
3) Observeer de vogels en grijp op tijd in.
4) Verse(on)kruidzaden zijn m.i. uniek voor de vogels. Voor de “stadse” liefhebber is kiemzaad een prima alternatief.
5) Een eenmaal gekozen systeem niet significant wijzigen tijdens de kweek.
6) Zorg met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat u de kweek begint met gezonde vogels. Voorkom teleurstellingen.
Het bovenstaande is geen “must” maar het is mijn manier om vogels (putters) te kweken.
Eenieder die jarenlang met een andere methode goede resultaten heeft gehad moet dat zo houden. Ik wens u veel succes!
Jan van Overmeeren, Bosheide 1, 6373 CJ Landgraaf.
Tel. 045-5314427 - E-mail: mietenjan@home.nl
|