Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker

Kweekverslag

Terug naar overzicht
      

DE  ZWARTKOP   (Sylvia atricapilla)                                   door Barrel Well

In oktober 2009 konden we een koppeltje zwartkoppen van iemand overnemen. We hadden er al veel over gelezen en het leek ons een gezellig vogeltje dat bovendien prachtig moest zingen. Het was onze eerste ervaring met insecteneters. De vogels hebben een lichtgrijze / wittige buik, donkerder op de rug, grote bruine ogen en een klein kuifje. De geslachten zijn goed herkenbaar: de man heeft een zwart petje en de pop een chocoladebruin petje.
Ze zaten in de buitenvolière van 3 m. bij 0,8m., samen met twee koppels kleine putters en dat ging heel goed. Tegen de broedtijd gingen de putters eruit zodat de zwartkoppen de volière voor zich alleen hadden.

Ze kregen een mengsel van eivoer, Orlux Uni Patee en Orlux Insect Patee (elk 1/3 deel).

Het zelfgemaakt eivoer bestond uit: 3 beschuiten 1 schepje (10 gr.) Breedmax

1 hard gekookt ei     Spirulina van Avian

Dit vulde ik aan met zo’n 20 meelwormen per dag. In het weekend kregen ze een portie vlierbessen uit de vriezer en dat vonden ze heerlijk.

 

Tot begin januari ging het goed. Toen kreeg de zwartkopman ‘kuren’. Zodra er een putter in de buurt van de drinkfles kwam, joeg hij haar weg. Voor de zwartkop-pop was hij aardiger.

De kweker van wie ik de vogels overgenomen had,  had dit  nooit eerder meegemaakt. Bij de vorige eigenaar zaten man en pop met andere vogels het hele jaar door bij elkaar. Mogelijk was er gebrek aan drinkwater? Een tweede drinkfles werd opgehangen en het probleem was opgelost.

Half januari ging het mis. De man joeg achter de pop aan. Totdat zij voor dood op de grond bleef liggen. Nog net op tijd konden we haar apart zetten in de schuur in een broedkooi. Na drie dagen was de pop weer in orde en hebben we haar in een broedkooi buiten gezet bij een putter-man.

We hielden de man en de pop nu gescheiden om hen in het voorjaar pas weer te koppelen. De man moest dan twee weken eerder in de kweekvolière zijn dan de pop (dat is in de natuur ook zo, de mannen komen twee weken eerder van de trek terug).

De zwartkop-man bleef nog aardig fel naar de putters. We besloten i.p.v meelwormen buffalo’s te geven. Buffalo´s hebben een lager gehalte aan dierlijk eiwit en dat maakt de vogels minder fel, vooral de mannen. Na enkele dagen werd de man inderdaad een stuk rustiger.

Vanaf eind maart liet de man zich goed horen. Prachtig. Hij zat nu alleen in de volière.

Begin april zetten we de pop erbij. Dat bleek heel goed te gaan.

Half april hadden we als nestmateriaal een oud merelnest uitgepluisd en hier en daar een pluk kokos op de grond gelegd. Toen twee kokosnestjes opgehangen: een in de conifeer en een in de vlierstruik. Maar de zwartkop maakte liever een vrij nest en liet de nestjes voor wat ze waren! De volière was inmiddels flink dichtgegroeid met vlierstruik, hedera en een conifeer.

Vanaf 9 mei zagen we de man met nestmateriaal vliegen. Hij bepaalde waar het nest kwam, de pop zou het nestje ‘moete

n’ bouwen maar volgens mij heeft ze er niet veel aan gewerkt. Ik hoorde van een andere kweker dat de man het nest al klaar had voordat de pop erbij kwam.

Op 17 mei zagen we een nestje in de conifeer, bijna geheel van kokos, dat al een eind klaar leek. Diezelfde dag zagen we de paring. We stonden net even te kijken. Het mannetje ging naast het vrouwtje zitten en kroop er tegenaan, trillend met zijn vleugels en zijn staart omhoog, zoals een pauw. Daarna dook hij tot tweemaal toe op de pop, die het allemaal prima leek te vinden.

Het eerste eitje kwam op 25 mei. Er werden er vier gelegd en vanaf het derde eitje werd er vast gebroed.

Pech, pech, pech! Na zes dagen broeden was het nest naar een kant weggezakt. Eitjes op de grond, twee kapot. De andere twee teruggelegd in het nestje. Toen het nestje compleet met eitjes in het kokosnestje gedaan wat we destijds in de conifeer hadden bevestigd. De vogels gingen echter niet terug op het nest, waarna we de eitjes weggehaald hebben.

 

De volgende dag al begon de man met de bouw van een nieuw nestje in de vlierstruik. Op 5 juni was het klaar. Het eerste eitje was er op 6 juni. Het nestje had nu wel meer steun in de vlierstuik, maar we besloten het toch wat te verstevigen met dun ijzerdraad aan onderkant en zijkant. We hoopten maar dat ze het zouden accepteren. Gelukkig was er de volgende dag het tweede eitje. Vanaf 8 juni, bij het derde eitje, werd er vast gebroed. Ook dit legsel bracht weer vier eitjes. Man en pop wisselden elkaar af tijdens het broeden. De pop broedde het meest.

Rond 20 juni zouden ze uit kunnen komen. Twee dagen daarvoor gestart met extra buffalo’s en pinkys in een bakje water, zodat ze fris bleven. Soms heeft het weer wat invloed op de broedtijd (buiten het feit dat je niet exact weet wanneer de pop begon met broeden). Deze kan variëren van 12 tot 14 dagen.

Op 20 juni waren er drie jonge zwartkoppen en de volgende dag kwam nummer vier.

We gaven voer, een schaaltje water met pinky’s (die de eerste dagen niet genomen worden) en buffalo’s (altijd ruim). Dit gaven we in porties en 4x / daags (vanwege het warme weer, i.v.m. bederf) totdat de jongen zelfstandig waren.

De jongen groeiden prima en de vierde dag leek het mij tijd worden om te ringen met  ringmaat 2,8 mm. Dat ging goed. De volgende ochtend nog even gecontroleerd, alles was in orde.

Vanaf de vierde dag werden er wat meer pinkies uit het schaaltje water gevoerd. De 12e dag vlogen alle vier de jongen uit.

De man maakte alweer nieuw nest en hij voerde hoofdzakelijk de jongen! De pop deed het wat rustiger aan. Het nest houden de zwartkoppen brandschoon. Je vindt niets terug dat erop wijst dat er vier jonge zwartkoppen in zijn grootgebracht.

Na vier dagen begonnen de jongen wat rond te fladderen.

 

Op 5 juli was het tweede nestje klaar en het wachten was op het eerste eitje.

Dat kwam op 7 juli. Het nestje weer even vastgezet met wat ijzerdraadjes. Het zou dit legsel bij drie eitjes blijven. De man bleef de jongen nog steeds goed voeren. Het was al dagen zeer warm weer. Vanaf ongeveer dag 18/19 kregen de jongen, zowel de poppen als de mannen, een bruin petje. Na de rui zouden de mannen een zwart petje krijgen.

Vanaf het derde eitje werd er vast gebroed. De jongen van het eerste nest waren nu 21 dagen oud en ze werden nog volledig door de man gevoerd.

Op 20 juli kwamen de drie eitjes uit, weer op de 12e dag.  De vier jongen van het eerste legsel hadden we uitgevangen. Deze jongen waren nu precies 30 dagen en dus zelfstandig. Ze kregen een schotel voer met een eetlepel buffalo’s.

Het tweede legsel verliep anders dan het eerste. Twee dagen na het uitkomen vonden we het eerste jong dood op de grond. Na drie dagen het tweede jong en na acht dagen het laatste. De oorzaak? Misschien te warm? We hadden ook het idee dat er minder goed gevoerd werd dan bij het eerste nest. Ongeveer een week na het uitkomen van de jongen vielen de zwartkoppen in de rui en dat was zeker de reden geweest waarom ze de jongen niet meer groot gebracht hadden.

De vier jongen van het eerste nest zijn prachtige vogels geworden. Ik ben heel tevreden over het resultaat. Mijn eerste jaar met zwartkoppen: vier jongen op stok en veel genoten van hun zang. Het mooie van onze hobby vind ik dat we het prachtige werk van Gods schepping van zo nabij kunnen meemaken.

 

De zwartkop, een prachtige vogel die enorm mooi fluit. Als de langste dag nadert kun je van 5.00 uur ‘s ochtends totdat het donker wordt, van de schitterende zang genieten. We hopen met de zwartkop zeker nog vaker te kweken!