Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker

Kweekverslag

Terug naar overzicht

Spreeuwen kweken   door Robert Paul Naeff

Inleiding

Tijdens het noordelijk kampioenschap voor Europese vogels op Urk in november raakte ik in gesprek met onze BEC voorzitter de heer Schellekens. Tijdens dit gesprek vroeg hij mij onder andere of ik misschien weer eens een artikeltje voor de BEC info wilde schrijven. Nu is het zo dat ik het liefst schrijf over kweekervaringen met voor mij nieuwe soorten en omdat ik mij de laatste jaren vooral concentreer op de kweek van exotische vruchten en insecteters is het wat lastig om de leden van de BEC, die toch overwegend geïnteresseerd zijn in echte Europese soorten, van dienst te kunnen zijn. En om nou weer te schrijven over een soort waar ik al eerder over heb geschreven…
Maar Bertus vertelde mij dat er door de jaren heen ook veel nieuwe leden bij onze club zijn gekomen die het heel leuk zouden vinden om iets te lezen over vogelsoorten die misschien in het verleden al eens in het blad behandeld zijn, maar waar alweer een tijdje niets over is gepubliceerd. Sommige van die soorten vogels zouden best de moeite van een soort van “update” waard zijn. Hij vertelde mij dat hij op de site van de BEC kon zien dat er veel mensen surfen naar de info en kweekverslagen van de grote insecteneters als merel en spreeuw, dus misschien dat ik over een van deze soorten nog eens wat wilde schrijven? Tja, waarom ook niet? Ik houd nu al zeker een jaar of 16 spreeuwen. De kweekresultaten waren nooit om over naar huis te schrijven, maar in het seizoen 2011 wist ik er toch aardig wat op stok te krijgen. Ineens ontdekte ik iets wat de kweek een aardige boost gaf en mede daardoor en omdat ik natuurlijk best aan het verzoek van onze voorzitter wilde voldoen leek het mij een goed moment om eens een artikeltje aan deze mooie en interessante vogelsoort te wijden.

Geen populaire vogel

De Europese spreeuw (Sturnus vulgaris) is een vogelsoort die vrij weinig wordt gehouden in gevangenschap. Waarschijnlijk dankt de vogel zijn geringe populariteit aan het feit dat hij in grote getale in het wild voorkomt. Iedereen kent deze vogel en meestal kijken de mensen daarom nauwelijks nog op als ze spreeuwen in het wild of in een volière zien.Was hij zeldzaam geweest, dan waren er vast veel meer mensen in geïnteresseerd geweest,want aan zijn uiterlijk en karakter kan het zeker niet liggen dat we hem weinig bij de liefhebbers aantreffen. Objectief gesproken is de spreeuw gewoon een fraaie vogel. Als de zon op zijn iriserende veren schijnt zie je allerlei mooie kleuren en het zijn daarbij ook nog eens bijzonder intelligente beesten. Er zijn niet veel Europese vogels die zo vertrouwd met hun verzorger kunnen raken en die daarbij vrijwel het hele jaar zingen. Het zijn ook geweldige imitators en sommige individuen hebben een geweldig repertoire. Niet alleen doen ze de menselijke stem na, maar ook rinkelende telefoons, sirenes, het auto alarm, zang van andere vogels etc. Qua verzorging zijn spreeuwen erg makkelijk te noemen. Ze zijn behoorlijk ziektebestendig en ze kunnen in gevangenschap dan ook makkelijk 10 tot 15 jaar oud worden.
 
Uiterlijk en geslachtsonderscheid
 

Zoals gezegd is de spreeuw een bijzonder fraaie vogel.De vogels hebben een donker, bijna zwart verenpak met spikkels en lichtgezoomde vleugels en staartpennen. Het verenkleed is erg sterk en compleet anders dan dat van vogels als bijvoorbeeld een merel. Laatstgenoemde vogelsoort kan zijn veren al verliezen als je maar naar hem wijst. Maar een spreeuw zit heel stevig in de veren en verliest of beschadigt ze ook niet snel en dat maakt ze voor tentoonstellingen eigenlijk ideaal. De veren maken een vettige en glanzende indruk en door het iriserende vermogen zie je afhankelijk van de lichtinval soms een paarse, groene of blauwe weerschijn op het verenpak. De verschillen tussen man en pop zijn niet al te groot, maar voor het geoefende oog wel waarneembaar. De witte stippen in het verenkleed zijn bij de pop groter en raken elkaar zelfs op de buik, wat bij sommige poppen de indruk van een bijna witte buik geeft. Om de iris in het donkerbruine oog van de pop zit een lichtbruine ring, de ogen van de man zijn geheel donkerbruin. In het voorjaar kleurt de snavel van de man van lichtbruin naar helder geel met aan de basis een lichtblauwe rand. De stippen op het uiteinde van de veren zijn op dat moment door slijtage zeer klein geworden en in veel gevallen zelfs verdwenen, zodat de spreeuwman in de broedtijd een bijna zwarte indruk maakt. Beide geslachten zingen, maar de man doet dit toch wel met veel meer overgave en inzet. Een spreeuwman zingt behoudens de ruitijd het gehele jaar. Er bestaan ook nogal wat kleurafwijkingen of mutaties bij de Europese spreeuwen en daar zal verderop in dit artikel nog op worden ingegaan.

Verzorging en huisvesting
 

Spreeuwen doe je een groot plezier met een volière waar ze flink hun vleugels kunnen gebruiken. Dus een vlucht die eerder lang dan breed is en waar niet te veel begroeiing is staat. Soms lijkt het wel of ze gewoon voor hun plezier een tijdje heen en weer vliegen. Steeds in 1 rechte lijn, zonder bochtjes. Minimale afmetingen voor een kweekvlucht is een meter of 4 lang en 1 meter breed bij 2 meter hoog. Hoe groter hoe beter. In de vlucht een paar stevige zitstokken of takken en op de grond volstaat zand of aarde. Liever geen betonvloer, want de vogels mogen graag met hun lange snavels in de grond boren op zoek naar larven en door dit gebruik van hun snavel kan de snavelpunt niet te ver doorgroeien. Een gedeelte van de vlucht wordt afgedekt met golfplaat om er voor te zorgen dat de vogels droog kunnen zitten als ze dat wensen. Baden is voor deze vogels erg belangrijk. Als ze de kans krijgen zullen ze iedere keer dat ze schoon water in hun badschotel zien een uitgebreid bad nemen waarbij de waterdruppels in het rond vliegen. Bij mij leven de spreeuwen het hele jaar rond op Orlux remiline pellets met daarbij 1 x in de week appel en een handje meelwormen. De vogels worden 2 x per jaar standaard ontwormt door 1 dag Cydectin door het drinkwater te mengen.Dit middel bestrijd alle parasitaire wormen, maar ook mijten en luizen. Jonge vogels of ruiende vogels kunnen soms gevoelig zijn voor Atoxoplasmose. Deze protozoaire parasiet is goed te bestrijden met Baycox of Esb3. In het kweekseizoen wordt het dieet van deze vogels door mij aangepast en krijgen ze als er jongen zijn grote hoeveelheden levend voer. Spreeuwen zijn erg verdraagzaam tegenover andere soorten vogels en ik houd ze dan ook graag samen met soorten als merels, lijsters, blauwe eksters en gaailijsters. Ook kleine soorten als kwikstaarten, heggenmussen en baardmannen laten ze ongemoeid. Omdat spreeuwen holenbroeders zijn worden hun nesten nooit verstoord door bovengenoemde kleine en grote soorten.
 
Kweekbenodigdheden
 

In elke kweekvlucht hang ik voor iedere spreeuwpop 2 nestkasten op, zodat de vogels een keuze hebben. Het formaat van de kast komt er niet zo heel precies op aan. Globaal kun je denken aan een bodemoppervlak van 20 x 20 cm en een hoogte van 40 cm.Met een schuin aflopend dakje met overstekende rand erboven op om de regen goed weg te laten lopen. Doorsnee van de vliegopening om en nabij de 6 cm. Een zitstokje onder de uitvliegopening is in principe niet nodig, maar als hij wordt gemonteerd zal de man hem steevast gebruiken om op te gaan zitten zingen.De nestkasten hangen met de opening op het oosten gericht. De spreeuwman begint al weken voor het begin van de broedtijd met het inspecteren en schoonmaken van de kast en meestal begin ik eind maart begin april met het verstrekken van nestelmateriaal. Dit nestelmateriaal kan uit allerlei plantaardige materialen bestaan. Bij mij hebben de vogels een voorkeur voor hooi, gedroogd liesgras en bamboebladeren. Ook verschillende soorten veren zijn gewild. Vooral bij het gebruik van een diepe nestkast kan de hoeveelheid gebruikt materiaal indrukwekkend zijn omdat de spreeuw zijn nest op een bepaalde hoogte onder de uitvliegopening probeert te construeren. Des te dieper de kast, des te hoger het nest. Blijkbaar probeert de spreeuwman zodanig op te hogen dat hij gemakkelijk in en uit de uitvliegopening kan komen. Vrijwel alle spreeuwen in Nederland nestelen synchroon, dat wil zeggen dat ze overal in ons land ongeveer gelijktijdig een nest gaan bouwen en hun eerste ei op dezelfde dag leggen. Meestal vind deze massale eileg plaats rond half april. Deze tactiek van gelijktijdige nestbouw en het leggen van de eieren biedt de soort duidelijk bepaalde voordelen. Alle jongen vliegen ongeveer tegelijkertijd uit, waardoor predatoren de plotselinge overvloed aan prooidieren bij lange na niet kunnen bijbenen en heel veel jonge spreeuwen de dans ontspringen. Enfin, iedereen kent de massale zwermen jonge spreeuwen en hun bekende bedelroep in de zomer. Ook in de volière lopen veel spreeuwen synchroon met hun wilde soortgenoten. Vanaf half april kunnen we de mooie lichtblauwe eieren verwachten, die voornamelijk door de pop bebroed worden (de man bewaakt ze min of meer als de pop haar nest verlaat). Meestal worden er 4 tot 6 eieren gelegd die na 12 dagen broeden uitkomen. De jongen verlaten de kast na 3 weken en beginnen een dag of 3 na het uitvliegen zelf te eten. De volwassen spreeuwen doen soms nog een 2e kweekronde en in uitzonderlijke gevallen zelfs nog een 3e ronde.

 Problemen tijdens de kweek

In tegenstelling tot de verzorging is de kweek met spreeuwen in gevangenschap niet zo heel eenvoudig. Allereerst, spreeuwen zijn geen zachtzinnige minnaars. Voorafgaand aan de voortplanting begint de man stevig achter de pop aan te jagen. Soms eindigt zo’n achtervolging met een worsteling op de grond of in de nestkast. Dit lijkt allemaal heel alarmerend, maar in mijn ervaring is het zo dat als de man niet op die manier de pop “drijft” er later ook geen bevruchte eieren worden geproduceerd. Het jagen is gewoon onderdeel van het voortplantingsritueel en kan ook in de natuur worden waargenomen. Opvallend is verder dat als de pop eenmaal zit te broeden en daarbij soms even van het nest komt, de man gelijk achter haar aan gaat jagen om haar als het ware weer terug op de eieren te krijgen. De spreeuw heeft in de volière een paar onhebbelijke gewoontes. Eén ervan is dat de spreeuwman graag de eieren uit de nestbox gooit. Meestal wordt het ei in de snavel genomen en puntgaaf op de bodem van de volière gelegd, maar ook komt het voor dat het gedrag ontaard in het stukhakken en leeg slobberen van de eieren. Als de spreeuwen deze gewoonte eenmaal hebben aan geleerd, dan wordt het heel lastig om ze het weer af leren. Ook als de pop al dagen zit te broeden zijn de mannen in staat de eieren nog te verwijderen, soms zelfs vlak voor het uitkomen. Misschien dat dergelijke mannen ook te broeddriftig zijn en eigenlijk een nieuwe broedronde met bijbehorende paringen willen bewerkstelligen. Het gekke is dat een man die eieren uitwerpt dit gedrag soms in een later broedseizoen weer geheel achterwege laat.Wat de precieze reden voor dit veel voorkomende en ongewenste eieren uitwerpen is kunnen we slechts raden. Behalve de zojuist genoemde broeddrift lijkt het soms ook wel dat de man eigenlijk nog verder wil bouwen aan zijn nest en de in het nest liggende eieren hem hinderen. Wat dat betreft is het altijd verstandig om als de nestbouwfase een aanvang neemt meer dan genoeg nestelmateriaal beschikbaar te stellen zodat de spreeuwman de mogelijkheid heeft een mooie en goed gevulde nestkast te creëren en dus niet als er eenmaal eieren zijn gelegd in een te klein nestje dat hij dan even later weer nieuw materiaal vind en het nest nog verder wil gaan ophogen. Ook is het mogelijk dat de man zich gewoon verveelt. Zeker in een klein kaal vluchtje kan dit snel gebeuren. Wat dat betreft kan het zeker geen kwaad om in de kweekvlucht nog een ander soort vogel te huisvesten. Deze kunnen de spreeuwman wat afleiden. Denk bijv. aan lijstersoorten, die zich goed laten combineren met spreeuwen. Verder zou je de verveling van de vogels nog wat kunnen verdrijven door een bak houtkrullen of los zand neer te zetten met daarin een hand weggekropen meelwormen. Wat ook wel eens goed werkt is de spreeuwen in een trio laten broeden. Dus 1 man met 2 poppen. De man moet nu zijn aandacht verdelen en gaat niet continu achter een en dezelfde pop aan. Opvallend bij deze manier van kweken dat de spreeuwman duidelijk wel een favoriete pop heeft. Hij bevrucht dan weliswaar beide poppen, maar helpt maar bij 1 pop de eieren bewaken of warm te houden en de jongen verzorgen, ondanks dat de nestkasten soms maar een meter uit elkaar hangen. Het eieren uitwerpen is een gedrag waar de Europese spreeuw niet het alleenrecht of patent op heeft. Ik heb ook met andere soorten spreeuwen kweekervaring en ik heb het eieren uitwerpen waargenomen bij zowel de zwarte, de roze, de mandarijn, de pagode als de silky spreeuwen. Er zijn ook spreeuwenkwekers die de uitgeworpen eieren bij wilde spreeuwen onderleggen en dan de jongen een week of wat na het uitkomen verder zelf met de hand grootbrengen. Een heel succesvolle, maar waarschijnlijk illegale kweekmethode…

Een ander kweekprobleem waar we bij de spreeuw in de volière tegenaan kunnen lopen is de opfok en voederen van de jongen. Meestal gaat het de eerste dagen na het uitkomen van een leien dakje.Man en pop slepen af en aan met buffalo’s, pinkies en meelwormen, maar op een gegeven moment komt de klad er in. De vogels raken schijnbaar uitgekeken op het aangeboden voer en gaan op zoek naar iets wat duidelijk niet in de volière aanwezig is. Je ziet de oudervogels dan onrustig over de grond lopen. In alle hoeken en gaten wordt gezocht en ongeduldig wordt er in de grond geboord. Levend voer aangeboden in bakken wordt in dit stadium compleet genegeerd. De jonge spreeuwen gaan nu snel verzwakken en worden onvermijdelijk na enige tijd uit de nestkast gegooid. Door middel van allerlei kunstgrepen kunnen we dit voerprobleem wel een tijdje tegenhouden. Alleen al het levend voer verspreid over de volière bodem uitstrooien kan de dieren weer triggeren om te gaan voeren. Of ineens met iets nieuws als witte meelwormen, krekels of wasmotlarven aan komen zetten kan de spreeuwen ook weer stimuleren om te gaan voederen. Sowieso hebben spreeuwen een grote voorkeur voor zachte witte larven om hun jongen mee groot te brengen. Het afgelopen seizoen deed ik een leuke ontdekking. Door het levend en diepvriesvoer in een grote badschotel met een waterlaag van 2 cm. erboven aan te bieden bleven de spreeuwen gestimuleerd om hun jongen te blijven voeren. Helaas had deze manier van voeren als keerzijde dat de voederinsecten niet met het gebruikelijke mineralen en vitaminemengsel bepoederd konden worden, maar omdat ik in de meeste gevallen toch de jongen vanaf een dag of 8 met de hand groot te breng is dit probleem makkelijk op te vangen. Een eventuele kleine groeiachterstand kan met een goed handopfok voer nog wel worden gecompenseerd. Meer hierover in het stukje praktijkervaringen.

 Praktijkervaringen.

Midden in het kweekseizoen 2010 stond er in het noorden van het land een koppel spreeuwen op internet te koop. De man zou een dubbelsplit voor bruin en satinet zijn en de pop was een bruine mutatie. Omdat ik ook nogal noordelijk woon en de prijs voor de vogels redelijk vond besloot ik de spreeuwen te gaan halen. De vogels zagen er goed uit, hoewel de man van het kweekkoppel later vrij oud bleek te zijn.De verkoper ving de vogels uit en keek en passant nog even in de nestkast. Daar bleken 5 pas gelegde eieren in te liggen. In 1 graai werden de eieren door hem met een grote hand uit het nest gepakt,waarbij 1 ei helaas stuk werd geknepen.De overige hele eieren werden aan mij overhandigd en daarna door mij voorzichtig in een stuk keukenpapier gerold en meegenomen. Thuis had ik nog een spreeuw die al een week op onbevruchte eieren zat en het leek mij een goed idee om de 4 overgebleven eieren daar onder te leggen. De spreeuwpop ging keurig door met broeden op het vreemde legsel en na een week besloot ik de eieren te schouwen. Er bleken er 2 bevrucht te zijn. Ze kwamen uit en om een lang verhaal kort te maken: de spreeuw voederde ze ruim een week en daarna bracht ik ze verder met de hand groot. Het bleken 2 bruine mutanten te zijn, een man en een pop. Voor de prijs van 2 spreeuwen kocht ik er dus eigenlijk 4. Maar het verhaal is nog niet afgelopen. Het jaar er op, dus in kweekseizoen 2011 gaf ik broer en zus een ruime kweekvlucht en de vogels deden het vervolgens super. Het eerste nest bevatte 6 eieren en ze waren allemaal bevrucht. De ouders voerden de jongen voorbeeldig. Ik gaf ze diepvries buffalo’s en pinkies in een bak met een laag water en daarnaast stond een bak bepoederde meelwormen. Over de grond strooide ik af en toe ook wat levend spul en toen de jonge spreeuwen 8 dagen oud waren haalde ik ze uit het nest voor de handopfok. Van eventuele gevolgen van inteelt (broer x zus) was niks te merken, want het waren allemaal mooie forse vogels.Een week nadat ik de jongen uit het nest had genomen ging de pop voor de 2e keer aan de leg. Ditmaal 4 eieren en 3 daarvan bleken bevrucht.Ook deze jongen werden goed door de ouders gevoerd en op een leeftijd dat ze in de stoppels zaten door mij met de hand verder gevoerd. Als je spreeuwen met de hand wil grootbrengen is het zaak om ze bijtijds uit het nest te halen. Liefst vanaf een dag of 8 à 9. Het is verleidelijk om de vogels zo lang mogelijk in de nestkast te laten zitten. Het duurt immers een week of 3 voordat jonge spreeuwen uitvliegen. Het probleem is echter dat als ze helemaal in de veren zitten, ze heel moeilijk aan het sperren zijn te krijgen.De snavel van te laat uit het nest genomen jongen blijkt muurvast te zitten en slechts door dwangvoederen krijgen we de vogels op een gegeven moment zo ver dat ze weer gaan sperren en eten.In dat opzicht zijn lijsters veel makkelijker. Die willen een dag voor het uitvliegen of zelfs ná het uitvliegen de snavel nog wel opendoen voor de menselijke pleegouder. Jonge spreeuwen breng ik succesvol groot met Avian handopfok afgewisseld met in water geweekte Eukanuba puppybrok en vetgemeste, bepoederde meelwormen. Het poeder dat ik gebruik om het levend voer te verrijken is Aves insectenstrooipoeder. Dit is reuk- en smaakloos, zodat het door de vogels makkelijk samen met het levend voer wordt opgenomen. Dit dieet van handopfokvoer, puppybrok en meelwormen zorgt bij mij voor grote en stevige vogels zonder pootafwijkingen ed. Tot zover het relaas van de cadeau gekregen eieren die uiteindelijk resulteerden in 11 bruine spreeuwmutanten… Tegelijkertijd met de bruine spreeuwen kweekte ik uit een zeer oude witte spreeuwman,na vele mislukte pogingen in voorafgaande jaren, eindelijk een 5 tal splitvogels. Uit deze 5 vogels plus de witte vader hoop ik volgend jaar een aantal witte exemplaren te kweken. En zo komen we bij het onderwerp kleurafwijkende spreeuwen.

Mutaties

Van de Europese spreeuw bestaan een flink aantal fraaie mutaties. Op de site van de BEC zijn er een aantal afgebeeld. Mutaties van spreeuwen die ik nog geregeld tegenkom zijn de al genoemde bruine spreeuwen en verder satinetspreeuwen, phaeospreeuwen, isabellen, pastellen en bruin-pastelspreeuwen. De witte zwartoog die ik heb zitten heb ik bij andere liefhebbers al een tijd niet meer gezien, maar misschien zijn ze er nog wel en weet ik er niet van. Ook heb ik witte spreeuwen met rode ogen gezien .Ik heb begrepen dat dit geen echte albino’s zijn, maar combinaties van 2 verschillende mutaties. Helaas zijn er ook alweer een aantal mooie kleurafwijkingen verloren gegaan. Zo zie ik nergens meer opaalspreeuwen: schitterende blinkende vogels die de stippentekening nog vertonen, maar waarbij het zwart vervangen is door glimmend en iriserend zilvergrijs. De vererving van de afwijkend gekleurde spreeuwen waar ik ervaring mee heb is als volgt: Witte zwartoog en phaeo - autosomaal recessief Bruin en satinet - geslachtsgebonden

Besluit

Het is te hopen dat er in de toekomst weer wat meer mensen zich gaan bezighouden met het houden en kweken van Europese spreeuwen. Momenteel is de groep liefhebbers zo klein dat als 4 of 5 man er mee zouden stoppen de meeste mutaties waarschijnlijk gedoemd zijn te verdwijnen uit de avicultuur.Gelukkig kunnen spreeuwen zeer oud worden en ook met oude spreeuwen is soms nog goed te kweken, dus de afwijkend gekleurde spreeuwen zijn niet zomaar verdwenen uit de volière. Ik hoop dat dit artikel de mensen net dat duwtje geeft om het ook eens met deze interessante vogel te proberen. Voor degene die het gaan proberen: veel succes gewenst!

Literatuur:
De spreeuw, een geboren imitator - Peter Otten - http://www.bec-info.com
De spreeuw, als volièrevogel – Peter Otten - http://www.bec-info.com
Europese vogels kweken en tentoonstellen – Alois van Mingeroet – blz. 230 t/m 244
Handbook of the birds of the World volume 14 – Del Hoyo e.a. – blz. 723
Starlings and Mynas – Feare and Graig – blz. 183

      

    

 

<span style="color: rgb(35, 31, 32); font-size: 14pt; mso-bidi-font-family: " times="" new="" roman";="" mso-fareast-font-family:="" "times="" mso-fareast-language:="" nl;"="">  

 

 

 

Spreeuw satinet man

Spreeuw phaeo man

Spreeuw bruin man

Spreeuw witte zwartoog
man