Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker

Kweekverslag

Terug naar overzicht
      

MIJN  KWEEK  MET  DE  KRUISBEK                 door René Schonewille

In tegenstelling tot andere Europese zaadeters, hebben licht en temperatuur bijna of zelfs geen invloed op het broedrijp worden van de kruisbek, ongeacht welk soort kruisbek. Het overdadig voedselaanbod doet de kruisbek besluiten te gaan broeden.

Binnen Europa zijn de kegels van naaldbomen open vanaf het begin van de winter tot het vroege voorjaar. Dat betekent: rijpe zaden. Bij voldoende aanbod vangt het broedseizoen voor de kruisbekken aan. De vogelliefhebber moet met dit gegeven wat doen. Ongeveer eind december moeten we beginnen met het verhogen van het aanbod naaldboomzaden. Per soort kan dit verschillen (aleppo-zaad, larikszaad). De verblijven moeten we goed reinigen en er moeten voldoende naaldboomtakken opgehangen worden. 

Na een aantal weken zullen de mannen volop gaan zingen en achter de pop aan gaan jagen. Als het klikt tussen een koppel gaan ze elkaar voeren en vervolgens zal de pop beginnen met nestbouw. Als nestgelegenheid voldoet bijvoorbeeld het bekende kappeltje, waarin een plastic nestje is bevestigd, heel goed. Houd per soort rekening met de diameter van het nest. Een doorsnede van 12 cm. is voldoende voor de gewone, de Schotse- en de witband kruisbek, maar voor de grote kruisbek moeten we minimaal een doorsnede hebben van 14 à15 cm.

Ook zijn er mensen die de grote, vierkante nestbakjes gebruiken. Nog beter zelfs is om nestbakjes te maken van koker-aluminium, zodat de bakjes niet kunnen worden stukgeknaagd.

Kruisbekken houden ervan om op vrij grote hoogte te broeden; houd hier dus rekening mee bij het ophangen van de nestgelegenheid.

Ook kiezen veel kruisbekken ervoor om een vrijstaand nest te bouwen tussen de naaldboomtakken. Let er dan op dat het nest stevig gebouwd is en er niet uit kan vallen. Een stukje gaas onder het nest bevestigen is een goede oplossing.

In het begin bouwt de vogel met fijne takjes. Vervolgens gaat de voorkeur uit naar witte sisal en jute, en de binnen kant van het nest wordt graag afgewerkt met katoenen watten, wat dan weer een goede isolatie geeft. We zitten immers in de wintermaanden.

De pop bouwt alleen het nest en de man laat in deze periode zijn zang horen en tussendoor voert hij de pop.

Zodra het nest klaar is gaat de pop over tot de leg. Vriest het in die periode dan zal ze vanaf het eerste ei gaan “broeden”, maar meestal is ze vanaf het derde ei pas echt broedvast. Eieren rapen is niet noodzakelijk. Meestal worden 4 à 5 eieren gelegd die in kleur variëren van wit, met veel bruine spikkels, tot violetgrijs.

De pop broedt alleen en wordt op het nest door de man gevoerd. De broedtijd bedraagt ongeveer 13 tot14 dagen.

Zodra de eieren uitkomen, zal de pop de lege schalen opeten. Zowel man als pop beginnen met het voeren van de jongen. De eerste week komt de pop sporadisch van het nest af, alleen om haar behoefte te doen.

Na ongeveer vijf dagen moeten we de jongen ringen met wettelijk goedgekeurde cultuurringen. Voor de bovengenoemde kruisbek is dat 3.5 mm. De grote kruisbek heeft ringmaat 4.0 mm. We moeten de ringen afplakken, met bijvoorbeeld Leukoplast, om het uitwerpen van de ringen en van de jonge kruisbekken te voorkomen.

Vooral bij de grote kruisbek lijkt 4.0 mm. vrij ruim, want vaak kunnen we pas zo rond de 6e / 7e dag ringen, maar de pootjes groeien lang door en worden vrij dik en dan blijkt na enkele maanden dat 4.0 mm. geen overbodig luxe was.

Ook zijn kruisbekken gevoelig voor kalkpoten en daardoor kan de ring gemakkelijk vast gaan zitten en in de poot groeien. We kunnen dit oplossen door 2x / jaar één druppel 0.1% ivomectine in de nek te druppelen.

Als de jongen 7 à 8 dagen oud zijn gaat de pop vaker van het nest af en ‘s nachts wordt er niet meer op het nest geslapen. De jongen zijn dan nog niet geheel bevederd. Stevige vorst is geen probleem voor de kruisbekken.

‘s Morgens vroeg als het licht begint te worden kunnen de jongen steenkoud aanvoelen. De pop gaat eten en gaat daarna weer op het nest zitten. Na een korte periode beginnen de jongen te sperren en de pop gaat haar jongen dan voeren.

De jongen blijven ongeveer een 20 à 23 dagen in het nest, maar de pop zal met een dag of 15 /16 beginnen met een eventueel volgende ronde. Ze gaat op zoek naar nestmateriaal en een nieuwe nestplaats.

Nu komt het voeren van de jongen op de man neer en tegelijkertijd moet hij de pop voeren en treden. Ook als de jongen uitvliegen, voert de man nog een lange periode door, zelfs als de jongen van de volgende ronde al zijn uitgekomen.

Als men de beschikking heeft over een grote kweekvlucht, dan hoeft men de jongen van het volgende legsel niet te verwijderen. Er zijn gevallen bekend dat jongen van de eerste ronde, de jongen van een derde ronde meevoeren.

Bij voldoende voeding kunnen kruisbekken gemakkelijk 2 à 3 rondes doen, maar het probleem is vaak de temperatuur. Als we richting voorjaar gaan en de temperatuur komt op een gegeven moment boven 25 graden C. uit, dan voeren kruisbekken minder. Ze kunnen beter tegen 15 graden vorst, dan tegen + 25 graden C. We kunnen dan eventueel schaduwdoek over de volière hangen.