'Richard kweekt uit stenen eieren nog jongen’
TIJD EN AANDACHT VOOR VOGELS BIJ RICHARD STES
Richard Stes (Rucphen) heeft vogels en volières waar men jaloers op zou kunnen worden. De soorten die hij bezit – en ook bijna allemaal kweekt - zijn Zuid-Amerikaanse sijzen (zwartborst-, Magellaan-, kapoetsen-, zwarte-, yarrel-, geelbuik- en de treursijs). Alsof dat, ook qua werk, nog niet genoeg is, heeft Richard (36) nog een paar koppels rode kardinalen. En een 10-tal koppels major putters. Eigenlijk zijn deze putters aanleiding Richard te bezoeken. Maar met zoveel andere, mooie Zuid-Amerikaanse sijzen en zulke kweekresultaten gaan je ogen open! Een nadeel; je moet heel consequent je vogels observeren, beducht zijn voor ziekte uitbraak …. En altijd zorgen voor schone kooien. Dat is de kracht van Richard. Hij is dagelijks uren met zijn hobby bezig. Hij ziet wat er gebeurt. Hij vertelt er graag over.
Door Huub Vervest
Richard Stes heeft door omstandigheden veel tijd voor zijn vogels. Dat heeft hij ook wel nodig met zoveel vogels. Het is mooi om te zien dat er veel jonge vogels rondvliegen, maar je moet je ook realiseren dat het voor de kweker niet alleen bij kijken blijft. De vogels moeten dagelijks gevoerd worden. Soms zelfs meerdere keren op een dag als er jongen zijn. Het gedrag van putters in de kweektijd is nou niet altijd het schoolvoorbeeld van voortreffelijk ouderschap, dus je moet ze goed en vooral vaak observeren. De man apart? De jongen en de man van de alweer broedende pop scheiden? Eieren rapen, een pop die aan de leg is extra in de gaten houden. Er op letten dat het in het nest met jongen allemaal goed verloopt; een vogelkweker kweekt goed als hij veel aandacht schenkt aan zijn vogels. Geloof me, ik heb bij Richard Stes halverwege juni al veel jonge vogels gezien. U mag daaruit concluderen dat Richard een goede kweker is en dat is het gevolg van vogels observeren.
“Richard kweekt uit stenen eieren nog jongen.”, heb ik eens een andere vogelkweker over hem horen zeggen. Onmogelijk natuurlijk, maar het geeft wel aan dat het Richard Stes met ‘echte’ eieren vaak lukt daaruit jongen op stok te krijgen.
Veiligheid goed
Als je veel vogels kweekt is het helaas al jaren zo dat je erg in de belangstelling staat bij bepaalde figuren die er op uit zijn om vogels ‘te komen ophalen’. Dat gebeurt dan zonder een financiële tegenwaarde achter te laten en meestal erg rancuneus. Of de vogels eieren of jongen hebben interesseert dergelijke ‘gasten’ niet. Richard Stes heeft degelijke maatregelen genomen. Geen simpele lampen met bewegingssensoren die de hele tuin verlichten en de vogels uit hun ritme kunnen brengen. Er is hier geïnvesteerd in een bewezen ‘stil’ beveiligingssysteem met telefonische meldingen aan meerdere personen en een bekwaam beveiligingsbedrijf.
Zuid-Amerikaans
“Ik wil me van lieverlee nog meer gaan toeleggen op vogels uit Zuid Amerika. Ik zoek bijvoorbeeld nog enkele goede kweekkoppels zuivere Mexico sijzen.” Richard denkt er over met deze Amerikaanse sijzen te beginnen met een zomer- en een winterkweekseizoen. “Bepaalde soorten zoals de yarell sijs, kapoetsen sijs en de geelbuik sijs denk ik beter in de wintermaanden te kunnen kweken. Maar ook de treursijs komt vanaf half juni bij mij pas goed op kleur en begint laat in de zomer te kweken.” Omdat deze vogelliefhebber over meerdere en gescheiden kweekruimtes beschikt en de mogelijkheid heeft die ruimtes op 18 tot 20 graden C te brengen lijkt dat een heel reële visie. Het zorgen voor 15 lichturen per dag is gemakkelijk te regelen. Richard; “Als ik begin met de winterkweek en ook in het voorjaar en de zomer nog Zuid-Amerikaanse sijzen wil kweken dan moet ik er voor zorgen dat ’s winters bijvoorbeeld de zwartborst sijzen en de Magellaan sijzen in onverwarmde volières buiten gehouden worden.” Met zijn feeling voor vogelkweek, de instelling om goed te kweken en de enorme interesse voor de sijzenkweek lijken deze plannen al bij voorbaat een succes.
Pleegouders
“Amerikaanse sijzen kweek ik nooit met hulp van kanariepoppen. Hooguit leg ik eens wat eieren of jongen over van bijvoorbeeld de zwartkopsijs onder de Magellaansijs, of omgekeerd. Van mijn 10 koppels major putters heb ik op dit moment (half juni) om en nabij de 50 jongen. De derde ronde moet nog beginnen. Alleen in noodgevallen leg ik eens wat puttereieren of putterjongen onder een kanariepop. Ik heb trouwens maar enkele koppels kleurkanaries; agaat-opaal-geel-mozaïek. Omdat ik die mooi vind. Putters die onder kanaries grootgebracht zijn houd ik nooit zelf aan.”
De putterkweek met kanaries of andere vogels als pleegouders was enkele jaren erg in zwang. Zo kun je grotere aantallen putters op stok krijgen. Je ziet al enkele advertenties verschijnen met ‘putters te koop, natuurbroed’. Sommige putterkwekers stellen dat het kweken met pleegouders als nadeel heeft dat er van de ouders weinig bekend is over de kweekeigenschappen. Vogels kweken is selecteren zeggen ze. Selecteren op gezondheid, op formaat, op grootte, op kleur, op gedrag, selecteren op goede erfelijke eigenschappen. Daarmee wordt bedoeld gezonde jongen en goed voerende ouders. Van putters grootgebracht door kanaries moet je maar afwachten of ze later zelf ooit jongen groot willen brengen. Er is niet geselecteerd op kweekeigenschappen. “Nu putters in steeds grotere aantallen te koop aangeboden is voor de wildkleur vogels en een groot aantal veel voorkomende mutanten wellicht het moment aangebroken zuivere natuurbroed toe te passen. Dan bouwen we wat op voor de toekomst.”, hoor je hier en daar als je met putterkwekers in gesprek bent.
Spirulina
Er is veel te doen over het wel of niet gebruiken van spirulina bij mensen. Sommigen beweren er baat bij te hebben, anderen melden - na lang gebruik - geen verbeteringen op vlak van afnemen van vermoeidheid en het krijgen van meer energie te hebben vastgesteld. Dat geldt voor mensen.
Spirulina wordt meestal aangeduid als zijnde gedroogde, fijn gemalen blauwwieren of blauwalgen. Dat zijn geen planten maar bacteriën (cyanobacteriën). (’s Zomers wordt mens en dier ontraden in contact te komen met oppervlaktewater dat besmet is met blauwalgen.). Spirulina is eiwitrijk en door vogelkwekers wordt het vooral gebruikt om de vogels meer kleur te geven. Richard Stes voegt spirulina toe aan zijn eivoer (CéDé Eivoer en CéDé Eivoer voor wildzang 50/50 gemengd) dat hij aan al zijn vogels geeft. “Je vogels worden er dieper van kleur van. Mijn rode kardinalen kleuren van spirulina echter niet rood. Ik heb ook barmsijzen gekweekt. Die kwamen mooi op kleur door heel veel perzikkruid te voeren.”
Dit jaar kweekt Richard Stes de putters zowel in kweekkooien als in de ons bekende kweekboxen. “Maar wel altijd, als het kan, de eieren rapen en de putterman apart zetten als de pop op eieren zit. Je weet het nooit!” De voeding? Net als voor de sijzen een zaadmengsel uit de handel. Nooit volle bakken maar gedoseerd. “En bij de putters alleen de eerste 4 dagen wat pinkies bij voeren.”, zegt Richard.
Mutanten
“Ik heb mutanten van de Magellaan sijs en van de putter. Magellaan sijzen in pastel, dubbel pastel of overgoten, topaas en pastel topaas. Putters; satinet, witkop, isabel of bruin-agaat, zoals ze in Nederland noemen, agaat mutanten en eumo en aminet.” Onder de pas uitgevlogen jonge putters in wildkleur zien we enkele mooie forse jongen. Goed vol van model.
De topaas Magellaan sijs is een nog niet zo algemeen bekende mutatie bij deze Zuid-Amerikaanse sijs. De naam ‘topaas’ is genoemd naar de edelsteen. Pure topaas is zonder enige kleur en doorschijnend. De mutatie topaas, die bij de Magellaansijs zo genoemd wordt, is niet kleurloos en doorschijnend; zie foto van de Magellaansijs pop. Wat er bij deze mutatie gebeurt is dat het bruine en zwarte eumelanine van de veervlaggen verplaatst wordt naar de veerschacht. De gele kleur wordt door de topaas factor niet beïnvloed. De topaas Magellaansijs zoals ik die bij Richard Stes gezien heb geeft een wat lichter beeld van deze Zuid-Amerikaanse sijs. Dat is ook zo bij de poppen waar tevens een bruinachtige koptekening waarneembaar is. Bij het opblazen van de donsveren blijven het bruine en het zwarte eumelanine onaangetast. “De topaas mutatie vererft recessief, niet geslachtgebonden. Uit de paring van een topaas man of pop X een wildkleur split voor topaas (man of pop) krijg je 50% topaas en 50% wildkleur/ split topaas. En dat kunnen mannen en poppen zijn.”
Terug naar de putter. Uit een koppel wildkleurige major putters kweekte Richard zoals hij zelf noemt een ‘bonte’ putter. Deze nog jonge vogel heeft geen zoals voor het jeugdkleed gebruikelijke zwart-bruine vleugelbochten maar licht grijs gekleurde. Benieuwd hoe deze putter er na de jeugdrui uit ziet?
Foto-onderschrift 037 Richard Stes
Foto-onderschrift 038 ‘bonte’ putter
Jonge putter geboren uit wildkleurige ouders. Afwijkend zijn de lichtgekleurde vleugelbochten.
Foto-onderschrift 039 forse jonge putter
Bij major putters letten we ook op het formaat en een vol postuur. Een mooi voorbeeld.
Foto-onderschrift 045 sijzen kweekkooien Stes
Bij Richard Stes in Rucphen deden de Zuid-Amerikaanse sijzen het goed. Ze worden gekweekt, net als sommige van zijn putters, in dit soort kweekkooien waarbij de man van de pop kan worden gescheiden.
Foto-onderschrift 044 Topaas Magellaansijs pop
Topaas Magellaansijs pop. Topaas is een nog vrij nieuwe mutatie die recessief en niet geslachtgebonden vererft.
Foto-onderschrift 040 man putter bij pop op nest
Oppassen met puttermannen. Ze kunnen soms te veel – ongewenste – interesse hebben voor de eieren van de pop.
|