Belangenbehartiging Europese Cultuurvogel

Welkom op de website van B.E.C.

De vereniging die opkomt voor het belang van de Europese Cultuurvogel en het kweken ervan.

Wilt u hier ook deel van uitmaken? Meld u dan nu aan als lid.

Inloggen kweker
Terug naar overzicht

Artikel

      

KWEEK MET ZWARTKOPGORS 

Ook goede resultaten met Geelbuikortolanen bij Ad Husson 

Zwartkopgors

Wetenschappelijk: Emberiza melanocephala (Scopoli 1769)
Frans: Bruant melanocephala
Engels: Black headed bunting Duits: Kappenammer
Italiaans: Zigolo testanera Spaans: Escribano cabecinegro

Grootte: ± 17 cm Ringmaat: 2.90 mm

Herkomst: Italië, Kroatië, Albanië, Griekenland, Bulgarije, Turkije, Cyprus, Midden Oosten en overwinteren doen ze in Iran, Pakistan en India. Vanwege het voorkomen in landen in Zuid-Europa behoort de zwartkopgors tot de Europese vogels. Daarvoor geldt dan ook een ringplicht met zogenaamde ‘cultuurvogel ringen’. Er worden geen ondersoorten vermeld.

De habitat van de zwartkopgors is open gebied met grassen en struikgewas. Ook in de nabijheid van boomgaarden en graanvelden worden deze gorzen aangetroffen.

Zwartkopgorzen komen voor tot op een hoogte van ± 2000 meter. De contrastrijke man laat zich zien van hoge zangposten. Hij is herkenbaar aan een gitzwarte kap en een gele buik. De pop is valer van kleur  mist het zwart en het geel  maar heeft een mooie vleugeltekening als kenmerk. De man is op zijn mooist als hij in zomerkleed is. Dat is een eigenschap die voor veel (Europese) vogels geldt. Over kweek in volière is weinig of niets bekend. Lectuur over de zwartkopgors is mondjesmaat te vinden. Dat ondervond Ad Husson uit Breda toen hij in de winter van 2010 van een Belgische kweker een koppel eigen kweek zwartkopgorzen kocht. Nergens kon hij lectuur met raadgevingen vinden. De zwartkopgorzen werden in een overdekte buitenvolière geplaatst van 2 meter lang, 1 meter breed en 2 meter hoog. In gezelschap van een koppel putters maar dat bleek geen goede keuze want de pluimen van de putters vlogen in het rond. Het gevolg was dat de zwartkopgorzen de volière voor hen alleen kregen. Als voeding kregen ze tijdens de winter een samenstelling van: 1 kg zaadmengeling voor tropen, 1 kg zaadmengeling voor putters, 1 kg witzaad, 1 kg graszaden.

Elke dag enkele diepvriesmeelwormen, pinkies, buffalowormen en ook enkele larven van de wasmot. Twee keer per week CéDé eivoer. Onkruiden en gekiemde zaden werden niet gegeven. Eind april begonnen de zwartkopgorzen aan de bouw van een nest, het was eigenlijk maar een beetje rommelen met het nestmateriaal. Begin mei werd het menens en werd er een keurig nest gemaakt in een nestkorfje. In dat nest lag een kokosvezelnest en dat werd met wit nestmateriaal uitgebreid. Op 15 mei lag er één bruin gespikkeld ei in het nest, er volgden er nog drie. Het was Ad Husson opgevallen dat de pop al vanaf het eerste ei begon te broeden. Het werd nog vreemder; op 26 mei lagen er twee jongen in het nest en op 27 mei kwam er nog een jong uit het ei, één ei was onbevrucht. Zwartkopgorzen broeden dus maar 11 à 12 dagen. Vanaf het moment dat er jongen waren, werden de bovenvermelde insecten in overvloed gegeven; van de zaadmengeling werd nog maar weinig gegeten. Het CéDé eivoer waar voedingssupplement van dierenarts De Koning uit het West-Brabantse Achtmaal aan toegevoegd werd, werd goed aan de jongen gevoederd. De jongen werden na 5 dagen geringd met 2.90 mm ringen. De jongen groeiden uitzonderlijk snel en op een ouderdom van 13 dagen verlieten ze het nest. Ze zaten hulpeloos op de bodem van de volière. Gelukkig was het een zeer warme periode voor de tijd van het jaar. De man voederde perfect mee en ’s avonds slaagden de jongen er toch in om op de zitstokken te raken. In stilte hoopte Ad Husson op nog een ronde,maar dat had het koppel zwartkopgorzen zo niet bekeken. In de natuur broeden ze normaal gezien ook maar één keer per jaar. Ad is de nu trotse bezitter van 3 eigenkweek zwartkopgorzen. Voor zo ver wij weten is het een eerste kweek van de zwartkopgors in Nederland. Het zou mooi zijn als Ad in aanmerking komt voor een oorkonde voor deze speciale kweek. Een dikke proficiat heeft hij nu al verdiend. 

Rustige vogels

Wat bij de zwartkopgorzen van Ad Husson als eerste opvalt is dat het rustige vogels zijn. Zowel de ouden als de jongen zitten strak in de veren. De man heeft in de voortplantingstijd een diep zwarte en redelijk strak afgetekende kap evenals een goed egaal gele borst met een bruine kleur in de flanken ter hoogte van de vleugelbochten. In de periode dat er vogeltentoonstellingen gehouden worden is de man niet op zijn mooist,waardoor de kans reëel is dat bij de keuringen gemakkelijk opmerkingen op diepte van de kopkleur, scherpte van de kap en ook de borstkleur kunnen worden gemaakt. Dit verschil tussen zomer- en winterkleed zien we bij veel meer Europese vogels. Iedereen begrijpt dat de voorkeur uit gaat de mooist gekleurde en de scherpst getekende zwartkopgors man. De keurmeester met feeling voor dit soort zeker iet alledaagse Europese vogels is van doorslaggevende rol bij de puntentoekenning. De kans is aanwezig dat de poppen van de zwartkopgors bij een keuring hoger scoren. Die hebben namelijk mooie vleugeldektekening als gevolg van de omzoming van de vleugeldekveren en heel lichte omzoming van de buitenste slagpennen. Twee maanden na de geboorte van de zwartkopgorzen bij Ad Husson was bij de jongen nog niet vast te stellen of ze als mannen of als poppen zullen uitkleuren. Hoewel; een van de jonge zwartkopgorzen toonde wat donkere veertjes boven de snavel. 

Geelbuikortolanen

De kweek met zwartkoportolanen is niet alledaags. Ad Husson: “Ik heb jaren geprobeerd met vinken te kweken. Dit is het eerste jaar dat ik zwartkopgorzen heb en meteen resultaat. Datzelfde geldt voor mijn geelbuikortolanen (Emberiza flaviventris). 
Ik begon het kweekseizoen 2011 met twee koppels. Halverwege juli heb ik daarvan negen jongen op stok.” Zes jongen al zelfstandig en de overige drie aardig op weg om zelfstandig te worden. De
geelbuikortolaan is vanwege het voorkomen in onder andere Zuid-Afrika echter geen Europese vogel.

Tekst Alois van Mingeroet en Huub Vervest,juli 2011